Kosten pensioen
Pensioenfondsen beleggen om, binnen vastgestelde risicogrenzen, een zo hoog mogelijk rendement te behalen. Maar voor het behalen van een zo hoog mogelijk rendement dienen kosten te worden gemaakt zoals transactie- en beheerkosten. Daarnaast is het voeren van de pensioenadministratie uiteraard niet kosteloos. Over de kosten van pensioenfondsen, en dus ook over de kosten van Philips Pensioenfonds, bestaat veel onduidelijkheid. Welke kosten maakt het Fonds nu eigenlijk? En hoe staan de kosten in relatie tot de opbrengsten van de beleggingen? Terechte vragen waarop Philips Pensioenfonds hieronder een antwoord geeft.
Wat gebeurt er met uw pensioenpremie?
Van elke euro die als pensioenpremie wordt ingelegd voor uw pensioen, gaat het overgrote deel naar uw pensioenopbouw. Omdat pensioenfondsen voor veel mensen tegelijk een pensioen regelen, kunnen de kosten laag blijven. Overigens verschillen de kosten wel per pensioenfonds. Dat hangt onder andere af van de omvang van het pensioenfonds en de gemaakte beleidskeuzes. Van elke euro in de pensioenpot wordt bij Philips Pensioenfonds jaarlijks circa € 0,005 betaald aan kosten. Ondanks deze lage kosten, geloven veel mensen dat een groot deel van hun premie opgaat aan kosten en dus niet ten goede komt aan hun pensioenopbouw. Pensioenfondsen regelen een belangrijke component van de toekomstige inkomensvoorziening van grote groepen mensen. Daarom zijn de belangen groot. Om die inkomensvoorziening zo goed mogelijk te organiseren, moeten kosten gemaakt worden. Daarbij hebben pensioenfondsen geen winstoogmerk. Dus elke euro die het pensioenfonds uitgeeft, moet uiteindelijk bijdragen aan een goed georganiseerde en betrouwbare oudedagsvoorziening.
Welke kosten maakt een pensioenfonds?
Het beheersen van kosten is belangrijk. Bovendien wil Philips Pensioenfonds transparant zijn over dit onderwerp. In het jaarverslag brengt Philips Pensioenfonds daarom jaarlijks verslag uit over de gemaakte kosten. Maar over wat voor soort kosten hebben we het dan? En wat houden deze kosten in?
Om de pensioenvoorziening van deelnemers goed te regelen, worden de volgende kosten gemaakt:
1. kosten voor bestuur en organisatie;
2. kosten voor toezicht;
3. kosten voor pensioenuitvoering;
4. kosten voor vermogensbeheer.
Hierna worden deze kosten nader toegelicht.
1. Kosten voor bestuur en organisatie
Philips Pensioenfonds wordt bestuurd door het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur wordt gevormd door vertegenwoordigers van de werkgever, de werknemers en de gepensioneerden. Daarnaast zijn drie onafhankelijke deskundigen als uitvoerende bestuurders opgenomen in het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur wordt aangevoerd door een onafhankelijke voorzitter.
De uitvoerende bestuurders vormen samen het Uitvoerend Bestuur van het Fonds. De werkgevers-, werknemers- en gepensioneerdenleden van het Algemeen Bestuur krijgen geen salaris voor hun bestuurswerk bij Philips Pensioenfonds.
- De werkgeversleden in het Algemeen Bestuur voeren het werk voor Philips Pensioenfonds uit als onderdeel van hun functie bij één van de aangesloten werkgevers.
- Voor de werknemersleden in het Algemeen Bestuur wordt de tijd die zij voor het Pensioenfonds werken, vergoed aan de werkgever waarvoor zij werkzaam zijn.
- De gepensioneerdenleden in het Algemeen Bestuur krijgen elk kwartaal een vaste vergoeding voor het deelnemen aan vergaderingen en de voorbereidingen hiervoor.
- De werknemers- en gepensioneerdenleden krijgen een vergoeding voor reiskosten.
- De onafhankelijke voorzitter is niet in dienst van Philips Pensioenfonds. Hij ontvangt een vaste maandelijkse vergoeding.
- De leden van het Uitvoerend Bestuur (de uitvoerend bestuurders) zijn in dienst van het Fonds en ontvangen een salaris.
Philips Pensioenfonds heeft een eigen Bestuursbureau. Het Bestuursbureau verzorgt onder andere de beleidsvoorbereiding voor het Algemeen en Uitvoerend Bestuur, maar heeft ook belangrijke toezichtstaken voor de werkzaamheden die zijn uitbesteed. De kosten van het Bestuursbureau bestaan uit salaris- en organisatiekosten.
2. Kosten voor toezicht
Pensioenfondsen staan onder toezicht van twee toezichthoudende organisaties: De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De Nederlandse pensioensector draagt een deel van de kosten die deze toezichthouders maken. De afgelopen jaren zijn de wettelijke eisen voor pensioenfondsen flink toegenomen. Daarmee zijn ook de kosten van het toezicht op pensioenfondsen gestegen.
3. Kosten voor pensioenuitvoering
Voordat het pensioen straks kan worden uitbetaald, moet tijdens de loopbaan van onze deelnemers nauwkeurig worden vastgelegd op welk pensioen zij recht hebben. Dat doet Philips Pensioenfonds voor alle circa 90.000 belanghebbenden. Een nauwkeurige administratie is van groot belang om ervoor te zorgen dat iedere deelnemer bij pensionering krijgt waar hij of zij recht op heeft. Van pensioenfondsen wordt daarom vanuit de wet vereist dat hun pensioenadministratie op orde is en voldoet aan strenge eisen. Bovendien is het van belang om deelnemers te informeren over hun pensioen, inclusief de keuzes die zij kunnen maken, en over het reilen en zeilen bij het Pensioenfonds. De pensioenadministratie van Philips Pensioenfonds is ondergebracht bij een externe pensioenbeheerder. Hier betaalt het Fonds een vergoeding voor. De hoogte van deze vergoeding is in algemene zin afhankelijk van onder andere de omvang van het Pensioenfonds. Maar ook het serviceniveau en de mate en intensiteit van communiceren naar deelnemers kunnen invloed hebben op het kostenniveau.
4. Kosten voor vermogensbeheer
De hoogte van het pensioen is voor een belangrijk deel afhankelijk van beleggingsopbrengsten. De deelnemer krijgt gemiddeld tot vier keer zoveel pensioen uitbetaald als aan premie voor hem of haar is ingelegd. Het beleggen van de pensioenpremie is dan ook erg belangrijk. Vaak wordt, net als bij Philips Pensioenfonds, gebruikgemaakt van een of meerdere externe vermogensbeheerders.
Het beleggen van het pensioengeld brengt kosten met zich mee. Denk daarbij aan een vergoeding voor de vermogensbeheerder en aan transactiekosten, maar ook aan kosten voor toezicht, bestuur en organisatie die betrekking hebben op beleggingen. De hoogte van de kosten hangt samen met de hoogte van het vermogen dat beheerd moet worden. Bij Philips Pensioenfonds is het totale vermogen circa € 18 miljard (eind december 2023). Pensioenfondsen presenteren de kosten voor vermogensbeheer als percentage van het totaal belegd vermogen. Maar wat is van invloed op de hoogte van dit percentage?
- Beleidskeuzes van het pensioenfonds: de mate waarin een pensioenfonds risico’s wil nemen en de beleggingsmix die daarbij hoort, is van invloed op de hoogte van de vergoeding die aan een vermogensbeheerder wordt betaald. Het beleggen in staatsobligaties is over het algemeen minder duur dan het beleggen in meer risicovolle beleggingen zoals aandelen in opkomende markten.
- Actief/passief beleggen: pensioenfondsen kunnen kiezen voor actief of passief beleggen. In een actief beheerde portefeuille probeert de beheerder het beter te doen dan een ‘voorbeeldportefeuille’, ook wel benchmark genoemd. Een passief beheerde portefeuille belegt exact volgens deze benchmark. Actief beheer biedt kans op een hoger rendement dan de benchmark, maar de kosten hiervan zijn in de regel beduidend hoger. Philips Pensioenfonds beheert ongeveer de helft van het vermogen passief. Daarachter zit de gedachte dat de voordelen van actief beheer vaak niet opwegen tegen de hogere kosten die daarmee samenhangen.
- Hoogte rendement: als een vermogensbeheerder een hoog rendement kan realiseren, dan is een pensioenfonds bereid daar een hogere vergoeding voor te betalen. Er kan ook een extra ‘prestatievergoeding’ worden afgesproken als een bepaald rendement wordt behaald. Philips Pensioenfonds heeft geen prestatievergoeding afgesproken met de vermogensbeheerder.
Een aparte categorie kosten bij het beleggen van uw pensioengeld zijn de kosten voor het aan- en verkopen van beleggingsinstrumenten, de transactiekosten. Hoe vaker wordt aangekocht en verkocht, hoe hoger de transactiekosten zijn. Een beleggingstransactie vloeit altijd voort uit het beleid van het Fonds.
Vermogensbeheer: hoeveel kost dat?
Philips Pensioenfonds betaalt aan de externe vermogensbeheerder een vast percentage aan beheervergoeding. Naast de beheervergoeding betaalt Philips Pensioenfonds kosten aan de vermogensbeheerder voor aanvullende diensten. Denk daarbij aan administratie en advisering. Bovendien zijn er kosten voor toezicht, bestuur en organisatie die betrekking hebben op beleggingen. In 2023 bedroegen de vermogensbeheerkosten 0,32% en de transactiekosten 0,14% van het gemiddeld belegd vermogen. De transactiekosten worden verrekend met het beleggingsrendement. Op het vermogen dat Philips Pensioenfonds periodiek publiceert, zijn de transactiekosten dus reeds in mindering gebracht. Philips Pensioenfonds vindt het belangrijk om te meten hoe de kosten voor vermogensbeheer zich verhouden tot de kosten die andere pensioenfondsen hiervoor maken. Daarom doet het Pensioenfonds regelmatig mee aan een kostenmeting die wordt uitgevoerd door Cost Effectiveness Measurement (CEM). Deze kostenvergelijking kent een wereldwijde deelname van pensioenfondsen. De laatste meting vond plaats over 2022. Het CEM rapport geeft een vergelijking van Philips Pensioenfonds met een peer groep. In de peer groep zitten Nederlandse pensioenfondsen met een vergelijkbare omvang.
Uitkomsten van de vergelijking
De vermogensbeheerkosten van het Fonds bedroegen over 2023 0,32% van het gemiddeld belegd vermogen, versus de mediaan van de Nederlandse peer groep van 0,38%. De mediaan van alle Nederlandse deelnemers aan CEM bedraagt eveneens 0,38%. De vermogensbeheerkosten van Philips Pensioenfonds zijn dus relatief laag. Bij deze vergelijking is echter geen rekening gehouden met verschillen tussen pensioenfondsen voor wat betreft fondsomvang en beleggingsmix.
CEM heeft daarnaast benchmark kosten berekend (met behulp van de peer groep) die wèl zijn gecorrigeerd voor fondsomvang en beleggingsmix. Hiermee is dit een voor Philips Pensioenfonds realistische kostenvergelijking. Over 2022 bedroegen de benchmark kosten 0,36%. Philips Pensioenfonds lag daar dus 0,04 procentpunt onder. De oorzaak hiervan is voornamelijk dat Philips Pensioenfonds in vergelijking met de Nederlandse peer groep in hogere mate passief belegt in plaats van actief, en dat Philips Pensioenfonds lagere beheervergoedingen heeft bedongen dan andere pensioenfondsen in de peer groep.
Pensioenuitvoering: hoeveel kost dat?
Philips Pensioenfonds betaalde in 2023 € 137 per pensioenopbouwer en pensioenontvanger aan pensioenuitvoeringskosten. Hierin zitten kosten die het Fonds maakt voor de pensioenadministratie. Maar ook kosten voor toezicht, bestuur en organisatie die betrekking hebben op pensioenen.
Gerelateerde informatie
Is onderstaande informatie voor u misschien ook interessant?
Waarom belegt Philips Pensioenfonds?
In onze serie over beleggingen geven we u uitleg. Deel 1 gaat over de vraag waarom pensioenfondsen beleggen.
Deel 1Waarin belegt Philips Pensioenfonds?
In onze serie over beleggingen geven we u uitleg. Deel 2 gaat over de vraag waarin wij beleggen.
Deel 2Hoe bepaalt Philips Pensioenfonds zijn beleggingsmix?
In onze serie over beleggingen geven we u uitleg. Deel 3 gaat over de vraag hoe Philips Pensioenfonds zijn beleggingsmix bepaalt.
Deel 3