Wat is belangrijk om te weten voor Rajesh?

Gecontroleerd op:

Zorg voor uw partner na uw overlijden  |  Arbeidsongeschiktheid en de nieuwe regeling  |  Vragen en antwoorden

 

U bent net als Rajesh tussen 40 en 60 jaar en bouwt pensioen bij ons op:

  • Een persoonlijk pensioenvermogen: de premie die de werkgever en Rajesh elke maand inleggen, wordt rechtstreeks toegevoegd aan zijn persoonlijk pensioenvermogen. Rajesh heeft op 1 januari 2027 al een aardig pensioen opgebouwd. De waarde van dit opgebouwde pensioen is zijn persoonlijk pensioenvermogen bij de start in de nieuwe regeling. Als Philips Pensioenfonds op dat moment financieel gezond is, krijgt hij ook een deel van de financiële buffer van het Pensioenfonds als extra persoonlijk pensioenvermogen. Het te verwachten pensioen is in dat geval direct iets hoger.
  • Beleggen pensioenvermogen: het pensioenvermogen wordt belegd op een manier passend bij zijn leeftijd. Het beleggingsrisico wordt afgebouwd naarmate de pensioenleeftijd nadert. Doordat het beleggingsrendement in zijn pensioenvermogen terechtkomt, kan Rajesh een hoger pensioen verwachten dan nu, al is de verbetering iets minder groot dan bij jongeren. Voor Rajesh is zijn pensioen nog relatief ver weg: er kan nog veel gebeuren. Zijn pensioen kan ook tegenvallen als de economie tegenzit; deze tegenvallers zijn naar verwachting minder groot dan voor de jongeren. Het is voor Rajesh belangrijk om de ontwikkeling van zijn pensioen te blijven volgen.
  • Compensatie bij de overgang: Rajesh kan in zijn toekomstige pensioenopbouw nadeel hebben van de nieuwe manier van pensioen opbouwen. De premie is onvoldoende voor de pensioenopbouw die hij in de huidige regeling kon verwachten. Daarom wordt bij overgang als compensatie eenmalig een extra bedrag toegevoegd aan zijn persoonlijk pensioenvermogen. Het is voor hem belangrijk om te weten dat de compensatie vervalt als hij vóór 1 januari 2027 uit dienst gaat.
  • Eigen keuzes maken: Rajesh kan zelf geen keuzes maken over hoe zijn pensioengeld wordt belegd. Wel kan hij zelf 4% extra pensioenpremie inleggen. Ook kunnen pensioenopbouwers die een inkomen hebben dat hoger is dan € 87.500, ervoor kiezen om (tijdelijk) zelf minder premie in te leggen voor pensioen over het salaris boven dit niveau. Dat betekent een hoger inkomen nu, maar straks een lager pensioen. Rajesh doet er goed aan om al een keer naar de Pensioenplanner te gaan om te zien welke keuzes hij op zijn pensioendatum kan maken. Zeker als er iets verandert in zijn persoonlijke situatie, zoals een scheiding of andere baan.

Zorg voor uw partner na uw overlijden

  • Ook in de nieuwe pensioenregeling krijgen uw partner en kinderen een pensioen van Philips Pensioenfonds als u komt te overlijden.
  • In de nieuwe pensioenregeling is zolang u pensioen bij ons opbouwt voor uw partner een levenslang nabestaandenpensioen geregeld van 35% van uw pensioengevend salaris en voor uw kinderen een wezenpensioen van 10% van uw pensioengevend salaris, tot de 25-jarige leeftijd van uw kind. Dit noemen we de ‘risicodekking’.
  • Het nabestaanden- en wezenpensioen dat u op 1 januari 2027 heeft opgebouwd, blijft bestaan. Dit ontvangen uw partner en kinderen aanvullend op de risicodekking als u voor uw pensioendatum overlijdt.
  • Gaat u uit dienst? Dan blijft u automatisch nog 3 maanden verzekerd (of langer als er sprake is van een WW- of ZW-uitkering). Daarna kunt u de risicodekking vrijwillig voortzetten zolang u (nog) geen nieuwe werkgever heeft. 
  • Gaat u met pensioen? Dan kiest u zelf hoeveel nabestaandenpensioen u wilt voor uw (eventuele) partner en kinderen als u overlijdt na uw pensionering. Dit wordt gefinancierd uit uw persoonlijk pensioenvermogen.

 

Arbeidsongeschiktheid en de nieuwe pensioenregeling

  • Als u door arbeidsongeschiktheid niet meer kunt werken, dan wordt de inleg van de pensioenpremie voortgezet door Philips Pensioenfonds. Ook is er net als nu een arbeidsongeschiktheidspensioen geregeld dat voorziet in een aanvulling op de WIA-uitkering tot 75% van het salaris (bij volledige arbeidsongeschiktheid).

Vragen & antwoorden

voor deelnemers tussen 40 en 68 jaar

In het huidige pensioenstelsel betalen jongere pensioenopbouwers mee aan de pensioenopbouw van hun oudere collega’s. In de nieuwe pensioenregeling is voor iedere pensioenopbouwer eenzelfde premie beschikbaar. Pensioenopbouwers van middelbare leeftijd zijn te jong zijn om maximaal geprofiteerd te hebben van het deels meebetalen door de jongeren aan hun pensioenopbouw in het huidige stelsel en te oud om nog te kunnen profiteren van de voor iedereen gelijke premie in het nieuwe stelsel.

Daardoor kan de pensioensituatie van deelnemers die nu van middelbare leeftijd zijn én nog pensioen opbouwen bij het Fonds, erop achteruitgaan op het moment van overgang naar de nieuwe pensioenregeling. 

De compensatie komt kortgezegd op het volgende neer:

  • Deze compensatie geldt voor alle pensioenopbouwers (inclusief arbeidsongeschikte deelnemers die premievrije pensioenopbouw hebben) die op het transitiemoment tussen de 40 en 68 jaar oud zijn. 
  • De beoogde compensatieregeling zorgt ervoor dat de transitie-effecten voor de 40- tot 68-jarige pensioenopbouwers meer gelijk worden getrokken met de omliggende leeftijdsgroepen. De compensatieregeling is dan ook nodig om de transitie naar de nieuwe pensioenregeling voor alle deelnemers  evenwichtig vorm te geven.

Hoeveel compensatie u precies krijgt, kunnen we pas berekenen op het moment dat we overgaan naar de nieuwe pensioenregeling. U krijgt eind 2026 informatie van ons die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. In het transitieplan is wel al een grafiek opgenomen waarmee u een indicatie kunt krijgen van het compensatiebedrag. Er is echter nog geen zekerheid dat we de compensatieregeling kunnen uitvoeren zoals opgenomen in het transitieplan. Dit komt omdat de toezichthouder DNB nog akkoord moet gaan met de afgesproken regeling (zie vraag ‘Staat de compensatieregeling al vast?’). 

In het transitieplan van sociale partners is vastgelegd hoe de compensatieregeling wordt vormgegeven. Het Algemeen Bestuur van Philips Pensioenfonds heeft de compensatieregeling beoordeeld en is met de sociale partners van mening dat deze bijdraagt aan een evenwichtige transitie. Toch staat de compensatieregeling nog niet helemaal vast. Uiteindelijk moet onze toezichthouder De Nederlandsche Bank goedkeuring verlenen voor het omzetten van de reeds opgebouwde pensioenen naar de nieuwe pensioenregeling. De compensatieregeling maakt onderdeel uit van de afspraken die zijn gemaakt om die omzetting op een evenwichtige wijze vorm te geven. De toezichthouder beoordeelt aan de hand van een grote hoeveelheid in te dienen stukken, waaronder het implementatieplan en het zogenoemde invaarsjabloon, of de genoemde goedkeuring verleend kan worden. Het beoordelen van al deze stukken, dat in de praktijk ‘het beoordelen van het invaarverzoek’ wordt genoemd, is een arbeidsintensief proces. Daarom houden wij er rekening mee dat we pas in 2026 weten of de toezichthouder akkoord gaat. Pas als de toezichthouder goedkeuring heeft gegeven, weten we of de compensatieregeling uitgevoerd kan worden zoals nu is beoogd.

Dat klopt, u heeft straks een persoonlijk pensioenvermogen dat wordt belegd. De waarde van uw pensioenvermogen beweegt door de tijd. U kunt steeds zien hoe hoog uw pensioenvermogen op enig moment is. En u ziet welke ontwikkelingen daaraan in positieve zin (bijvoorbeeld premie en positieve beleggingsrendementen) of negatieve zin (bijvoorbeeld ontvangen uitkeringen en negatieve beleggingsrendementen) hebben bijgedragen. 

Vooraf staat niet vast hoeveel pensioen u na pensionering kunt krijgen uit uw pensioenvermogen. Dat is namelijk afhankelijk van bijvoorbeeld de (toekomstige) beleggingsrendementen en het niveau van de rente als u met pensioen gaat. Dat rendement hangt af van uw leeftijd. Bent u nog jong, dan wordt meer in aandelen belegd en dan zal uw pensioenvermogen sterker bewegen dan wanneer u ouder bent en we voorzichtiger beleggen voor u.

Uw pensioen gaat ook na ingang meer dan nu meebewegen op de golven van de economie. Dit betekent dat uw pensioen na ingang sneller verhoogd kan worden als het economisch meezit, maar ook verlaagd kan worden als het tegenzit. We proberen een daling van de pensioenuitkeringen zoveel mogelijk te voorkomen. 

Voor wat betreft de verhoging van uw pensioen: in het huidige pensioenstelsel gaat dat altijd via indexatie. In het nieuwe pensioenstelsel is geen sprake meer van indexatie van uw pensioen zoals we dat nu kennen. Of uw pensioen omhooggaat, is afhankelijk van de hoogte van uw persoonlijk pensioenvermogen (oftewel: wat er in uw pensioenpot zit). Overigens is naast het beleggingsrendement ook het projectierendement van invloed op de jaarlijkse aanpassingen van de uitkering. Meer informatie over het projectierendement vindt u op de pagina vraag en antwoord onder de vraag: "Is de rekenrente in het nieuwe pensioenstelsel helemaal niet meer van belang?"

Dat is afhankelijk van de regeling waarvoor door sociale partners gekozen wordt. Is dat de solidaire premieregeling, dan kunt u geen eigen beleggingskeuzes maken. U heeft dan weliswaar een eigen pensioenpot, maar deze pensioenpot blijft collectief belegd, net als nu. Dat wil zeggen: het totale pensioenkapitaal van alle deelnemers samen wordt door het pensioenfonds belegd. U heeft dan geen eigen keuzemogelijkheden voor wat betreft de beleggingen.

Wordt gekozen voor de flexibele premieregeling, dan krijgt u wel de mogelijkheid om zelf beleggingskeuzes te maken. U kunt dan bijvoorbeeld binnen bepaalde grenzen kiezen hoe uw pensioenpot wordt verdeeld over bepaalde beleggingsfondsen, zoals een aandelenfonds of een obligatiefonds.

Gerelateerde informatie

Is onderstaande informatie voor u misschien ook interessant?

Nieuwe regels voor pensioen

Op deze centrale pagina vindt u meer informatie over de regeling en wat u de komende tijd kunt verwachten. 

Nieuwe pensioenregels

Meer weten over nabestaandenpensioen?

Bekijk onze vragen en antwoorden nabestaandenpensioen.

Naar Q&A