Nabestaandenpensioen in de nieuwe pensioenregeling

Gecontroleerd op:

Nabestaandenpensioen in het kort

  • Ook in de nieuwe pensioenregeling krijgen uw partner en kinderen een pensioen van Philips Pensioenfonds als u komt te overlijden.
  • Hoe het pensioen voor uw partner en kinderen is geregeld, hangt af van uw situatie.
     

Ontvangt u op 1 januari 2027 al pensioen? 

  • Dan behoudt u in de nieuwe pensioenregeling hetzelfde pensioen voor uw partner als nu. Het nabestaandenpensioen is meestal zo’n 70% van uw ouderdomspensioen, maar het kan ook hoger of lager zijn.
     

Bouwt u op 1 januari 2027 pensioen bij ons op?

  • In de nieuwe pensioenregeling is zolang u pensioen bij ons opbouwt voor uw partner een levenslang nabestaandenpensioen geregeld van 35% van uw pensioengevend salaris en voor uw kinderen een wezenpensioen van 10% van uw pensioengevend salaris, tot de 25-jarige leeftijd van uw kind. Dit noemen we de ‘risicodekking’.
  • Het nabestaanden- en wezenpensioen dat u op 1 januari 2027 heeft opgebouwd, blijft bestaan. Dit ontvangen uw partner en kinderen aanvullend op de risicodekking als u voor uw pensioendatum overlijdt.
  • Gaat u uit dienst? Dan blijft u automatisch nog 3 maanden verzekerd (of langer als er sprake is van een WW- of ZW-uitkering). Daarna kunt u de risicodekking vrijwillig voortzetten zolang u (nog) geen nieuwe werkgever heeft. 
  • Gaat u met pensioen? Dan kiest u zelf hoeveel nabestaandenpensioen u wilt voor uw (eventuele) partner en kinderen als u overlijdt na uw pensionering. Dit wordt gefinancierd uit uw persoonlijk pensioenvermogen.
     

Bouwt u op 1 januari 2027 geen pensioen meer bij ons op maar bent u nog niet met pensioen?

  • Het nabestaanden- en wezenpensioen dat u op 1 januari 2027 bij ons heeft opgebouwd, blijft bestaan. Dit ontvangen uw partner en kinderen als u voor uw pensioendatum overlijdt.
  • Gaat u met pensioen? Dan kiest u zelf hoeveel nabestaandenpensioen u wilt voor uw (eventuele) partner en kinderen als u overlijdt na uw pensionering. Dit wordt gefinancierd uit uw persoonlijk pensioenvermogen.

Let op!

Alle informatie op deze pagina gaat over de wijze waarop het nabestaandenpensioen geregeld is in de nieuwe pensioenregeling die vanaf 1 januari 2027 gaat gelden voor alle deelnemers van Philips Pensioenfonds. 

Nabestaandenpensioen tot 1 januari 2027

Uitlegvideo: hoe is het pensioen voor mijn partner straks geregeld?

Met het nabestaandenpensioen is geregeld dat uw eventuele partner goed verzorgd achterblijft als u overlijdt. Veel deelnemers vragen zich af hoe dit is geregeld in de nieuwe pensioenregeling. In deze video vertelt Pieter Vromen, actuaris bij Philips Pensioenfonds, hoe dit is geregeld voor pensioenontvangers.

Veelgestelde vragen

Voor deelnemers die op 1 januari 2027 al pensioen ontvangen

Voor de huidige pensioenontvangers blijft de verhouding tussen het opgebouwde ouderdoms- en nabestaandenpensioen ongewijzigd. Dit geldt ook voor deelnemers met een nabestaandenpensioen dat afwijkt van het standaardpercentage van 70%. De hoogte van het nabestaandenpensioen kan namelijk hiervan afwijken, bijvoorbeeld vanwege andere percentages in het verleden en/of individuele keuzes die op de pensioendatum zijn gemaakt. Als het ouderdomspensioen verhoogd kan worden door het uitdelen van de buffer op het moment van overgang naar de nieuwe pensioenregeling, dan wordt het nabestaandenpensioen evenredig verhoogd, zodat de verhouding tussen het ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen na de overgang gelijkblijft.

De hoogte van het nabestaandenpensioen dat u op 1 januari 2027 heeft opgebouwd, kan afwijken van 70% van uw ouderdomspensioen. De hoogte kan verschillen vanwege de volgende redenen:

  • Pensioenregelingen die in het verleden voor u van toepassing waren:
    In het verleden zijn pensioenregeling van toepassing geweest waarin het nabestaandenpensioen 65% of 75% van het ouderdomspensioen was. 
  • Keuzes die u heeft gemaakt bij pensionering:
    Voorafgaand aan uw pensionering heeft u, samen met uw partner, kunnen kiezen voor een bepaalde hoogte van het nabestaandenpensioen. U heeft ervoor kunnen kiezen om het nabestaandenpensioen geheel of gedeeltelijk in te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Als u daarvoor heeft gekozen, heeft u nu minder of geen nabestaandenpensioen voor uw partner.
  • Einde relatie:
    Als u en uw partner uit elkaar gaan, houdt uw ex-partner recht op een nabestaandenpensioen. Wij noemen dit het ‘bijzonder nabestaandenpensioen’. Uw ex-partner ontvangt dit bijzonder nabestaandenpensioen als u komt te overlijden. Dit bijzonder nabestaandenpensioen is dan in mindering gebracht op het nabestaandenpensioen voor een eventuele nieuwe partner. 

     

Veelgestelde vragen

Voor deelnemers die op 1 januari 2027 pensioen opbouwen bij Philips Pensioenfonds

Als u als pensioenopbouwer vóór de pensioendatum overlijdt, dan is er voor uw partner een levenslang nabestaandenpensioen geregeld van 35% van het pensioengevende salaris. U bouwt geen nabestaandenpensioen meer op (nu wel), het is namelijk een ‘risicoverzekering’. Daarom stopt de dekking van het nabestaandenpensioen in beginsel als u uit dienst treedt. De wetgever heeft er echter voor gekozen om de dekking verplicht voort te zetten gedurende de eerste 3 maanden na uitdiensttreding. Deze periode is korter als u bij een nieuwe werkgever start. Heeft u na 3 maanden nog geen nieuwe werkgever en heeft u recht op een WW-uitkering? Dan wordt de verzekering juist langer voortgezet. Deze voortgezette gratis dekking van het nabestaandenpensioen geldt ook zolang u een ZW-uitkering ontvangt. U heeft bovendien de mogelijkheid om de dekking onder bepaalde voorwaarden daarna (tijdelijk) voor eigen rekening voort te zetten.

Op het moment dat u met pensioen gaat, kiest u zelf de gewenste hoogte van het nabestaandenpensioen met uw persoonlijk pensioenvermogen. Standaard wordt er een nabestaandenpensioen ingekocht gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen. 

Als u ervoor kiest om geen of een lager nabestaandenpensioen in te kopen, dan moet uw partner daarvoor tekenen. Overlijdt u eerder dan uw partner, dan zal uw achterblijvende partner in dat geval een lager, of geen nabestaandenpensioen van het Fonds ontvangen.

Na uitdiensttreding blijft u nog 3 maanden verzekerd voor het nabestaandenpensioen bij uw oude werkgever. Deze periode is korter als u bij een nieuwe werkgever start. Heeft u na 3 maanden nog geen nieuwe werkgever en heeft u recht op een WW-uitkering? Dan wordt de verzekering juist langer voortgezet. Als uw WW-uitkering stopt of als u om andere redenen geen nieuwe werkgever heeft, bijvoorbeeld als u ZZP’er wordt, dan heeft u de mogelijkheid om op vrijwillige basis verzekerd te blijven voor het nabestaandenpensioen. De premie daarvoor wordt dan uit uw persoonlijk pensioenvermogen gehaald. De eerste 3 maanden, of zolang u een WW-uitkering ontvangt, hoeft u geen premie te betalen. Overigens geldt de voortgezette gratis dekking van het nabestaandenpensioen ook zolang u een ZW-uitkering ontvangt.

De dekking van het nabestaandenpensioen stopt automatisch als u uit dienst treedt. Er geldt wel een standaard uitloopdekking van 3 maanden om te voorkomen dat er direct geen dekking meer is na uw uitdiensttreding. Deze periode is langer als u onder de WW of ZW valt en korter als u bij een nieuwe werkgever in dienst treedt. Heeft u na de standaard uitloopperiode nog geen nieuwe werkgever? Dan kunt u het nabestaandenpensioen vrijwillig voortzetten. Een eventuele dekking ná uitdiensttreding is gelijk aan de dekking die was verzekerd vlak voor uw uitdiensttreding. Dat geldt zowel voor de standaard uitloopdekking als voor een vrijwillige voortzetting.

Op dat moment stopt de risicoverzekering voor het nabestaandenpensioen die geldt zolang u pensioen opbouwt. U kiest vervolgens zelf of u uit uw persoonlijk pensioenvermogen ook een nabestaandenpensioen wilt inkopen. Als u ervoor kiest om geen of een lager nabestaandenpensioen in te kopen, dan moet uw partner daarvoor tekenen. Overlijdt u eerder dan uw partner, dan zal uw achterblijvende partner in dat geval een lager, of geen nabestaandenpensioen van het Fonds ontvangen.

Tijdens dienstverband bent u automatisch verzekerd voor nabestaandenpensioen, u kunt daar niet van afzien. De premie hiervoor wordt overigens volledig door de werkgever betaald, bovenop de spaarpremie voor het persoonlijk pensioenvermogen. 

Dat is anders na pensionering: op het moment dat u met pensioen gaat, kiest u zelf of u uit uw persoonlijk pensioenvermogen ook een nabestaandenpensioen wilt inkopen. Als u ervoor kiest om geen of een lager nabestaandenpensioen in te kopen, dan moet uw partner daarvoor tekenen. Overlijdt u eerder dan uw partner, dan zal uw achterblijvende partner in dat geval een lager, of geen nabestaandenpensioen van het Fonds ontvangen.

In de huidige pensioenregeling bouwt u naast pensioen voor uzelf ook een nabestaandenpensioen op voor uw partner en een wezenpensioen voor uw kinderen. Deze pensioenen blijven behouden als we overgaan naar de nieuwe pensioenregeling. Het bedrag dat u op 1 januari 2027 heeft opgebouwd is daarvoor het uitgangspunt. Uw partner en kinderen ontvangen het opgebouwde bedrag als u overlijdt vóór uw pensionering. 

Hoe werkt dit in relatie tot uw persoonlijk pensioenvermogen?
Bij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling bepalen wij wat de waarde van het opgebouwde nabestaanden- en wezenpensioen is op uw pensioendatum. Deze waarde wordt toegevoegd aan uw persoonlijk pensioenvermogen. Op het moment van overgang naar de nieuwe pensioenregeling is de waarde van deze pensioenen hoger dan op uw pensioendatum. Het verschil daartussen gebruiken wij voor de financiering van het nabestaanden- en wezenpensioen voor deelnemers die vóór pensionering komen te overlijden. 

De hoogte van het nabestaandenpensioen dat u op 1 januari 2027 heeft opgebouwd, kan afwijken van 70% van uw ouderdomspensioen. De hoogte kan verschillen vanwege de volgende redenen:

  • Pensioenregelingen die in het verleden voor u van toepassing waren:
    In het verleden zijn pensioenregeling van toepassing geweest waarin het nabestaandenpensioen 65% of 75% van het ouderdomspensioen was. 
  • Keuzes die u heeft gemaakt bij pensionering:
    Voorafgaand aan uw pensionering heeft u, samen met uw partner, kunnen kiezen voor een bepaalde hoogte van het nabestaandenpensioen. U heeft ervoor kunnen kiezen om het nabestaandenpensioen geheel of gedeeltelijk in te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Als u daarvoor heeft gekozen, heeft u nu minder of geen nabestaandenpensioen voor uw partner.
  • Einde relatie:
    Als u en uw partner uit elkaar gaan, houdt uw ex-partner recht op een nabestaandenpensioen. Wij noemen dit het ‘bijzonder nabestaandenpensioen’. Uw ex-partner ontvangt dit bijzonder nabestaandenpensioen als u komt te overlijden. Dit bijzonder nabestaandenpensioen is dan in mindering gebracht op het nabestaandenpensioen voor een eventuele nieuwe partner. 

     

Zolang uw pensioenopbouw (premievrij) wordt voortgezet vanwege arbeidsongeschiktheid, is voor uw partner een levenslang nabestaandenpensioen geregeld van 35% van het pensioengevende salaris, net als voor de andere pensioenopbouwers. Voor het pensioengevend salaris wordt gekeken naar de situatie voordat u arbeidsongeschikt werd.

Als u deeltijd gaat werken, ontvangt u een deeltijd salaris. De verzekering voor het nabestaandenpensioen baseren wij op uw deeltijd pensioengevend salaris. Dat betekent dat de hoogte van het nabestaandenpensioen voor uw partner hierdoor lager wordt. Het is niet mogelijk om de risicoverzekering op basis van uw hogere pensioengevend salaris voort te zetten.

Veelgestelde vragen

Over het wezenpensioen in de nieuwe pensioenregeling

Uw kinderen ontvangen een wezenpensioen van 10% van uw pensioengevend salaris. Dit wezenpensioen is geregeld via een risicoverzekering. Dat betekent dat uw kinderen recht hebben op wezenpensioen zolang u pensioen opbouwt in de nieuwe pensioenregeling. Heeft u op 1 januari 2027 al wezenpensioen opgebouwd in de bestaande pensioenregeling? Dan ontvangen uw kinderen het op dat moment opgebouwde bedrag bovenop het bedrag uit de risicoverzekering.

Voor kinderen van wie beide ouders zijn overleden (volle wezen) wordt het wezenpensioen verdubbeld. Dat geldt zowel voor het wezenpensioen uit de risicoverzekering als voor het wezenpensioen dat u al heeft opgebouwd op 1 januari 2027.

Uw kinderen ontvangen in de nieuwe pensioenregeling het wezenpensioen totdat zij 25 jaar worden.

Na uitdiensttreding blijft u nog 3 maanden verzekerd voor het wezenpensioen bij uw oude werkgever. Als u vervolgens werkloos blijft en recht heeft op een ZW- of WW-uitkering, dan wordt de verzekering langer voortgezet. Of vrijwillige voortzetting daarna mogelijk is, is op dit moment nog niet duidelijk. 

In de nieuwe pensioenregeling is het wezenpensioen verzekerd op risicobasis. Dat betekent dat uw kinderen recht hebben op wezenpensioen zolang u pensioen opbouwt in de nieuwe pensioenregeling.

Gerelateerde informatie 

Mogelijk is deze informatie ook interessant voor u

Persoonlijk pensioenvermogen

In de nieuwe pensioenregeling krijgt u een persoonlijk pensioenvermogen. Dit vermogen bestaat uit ingelegde 
premie van u en uw werkgever en uit beleggingsresultaat.

Lees meer

Variabel pensioen ontvangen

Hoeveel pensioen u krijgt na pensionering, staat vooraf niet vast. Dat is namelijk afhankelijk van toekomstige beleggingsresultaten en de ontwikkeling van de rente. 

Lees meer