Variabel pensioen ontvangen: in het kort
- Ook in de nieuwe pensioenregeling krijgt u straks maandelijks een pensioen. Hoeveel pensioen u na pensionering precies krijgt uit uw pensioenvermogen, staat vooraf niet vast. Dat is afhankelijk van de hoogte van uw persoonlijk pensioenvermogen en de ontwikkeling van de rente.
- Ontvangt u eenmaal pensioen? Dan passen we de hoogte van uw pensioen eenmaal per jaar aan, net als nu.
- De manier waarop we uw pensioen aanpassen, verschilt wel van de huidige pensioenregeling. Of uw pensioen omhoog- of omlaaggaat, is straks met name afhankelijk van het beleggingsresultaat in het voorgaande jaar en de ontwikkeling van de rente.
- Als u pensioen ontvangt, proberen we dalingen van het pensioen zoveel mogelijk te voorkomen.
Dat doen we als volgt:- We spreiden beleggingsresultaten in de tijd. Zo ziet u een positief of negatief beleggingsresultaat niet direct terug in uw pensioen, maar gespreid over meerdere jaren. Dit zorgt voor een stabieler pensioen.
- We vormen een gezamenlijke ‘solidariteitsreserve’. Deze wordt gebruikt om uw pensioen te beschermen tegen tegenvallende (beleggings)resultaten.

Uitlegvideo: gaat mijn pensioen straks maandelijks meebewegen?
Nee, uw pensioen gaat niet iedere maand veranderen. Uw pensioen wordt eenmaal per jaar aangepast. Wat wel iedere maand gaat veranderen, is uw persoonlijke pensioenvermogen. Anita Joosten, Directeur Beleggingen, geeft in deze video meer uitleg over hoe dit werkt.
Uitlegvideo: kan mijn pensioenpot leegraken?
Een veelgestelde vraag van onze deelnemers. Daarover kunnen we duidelijk zijn: nee, u krijgt nog steeds pensioen zolang u leeft en hoeft zich geen zorgen te maken dat er geen geld meer is voor uw pensioen. Mike Pernot, Directeur Pensioenen, geeft in deze video meer uitleg over hoe dit werkt.

Veelgestelde vragen over variabel pensioen ontvangen
Vragen en antwoorden
Dat klopt, u heeft straks een persoonlijk pensioenvermogen dat wordt belegd. De waarde van uw pensioenvermogen beweegt door de tijd. U kunt steeds zien hoe hoog uw pensioenvermogen op enig moment is. En u ziet welke ontwikkelingen daaraan in positieve zin (bijvoorbeeld premie en positieve beleggingsrendementen) of negatieve zin (bijvoorbeeld ontvangen uitkeringen en negatieve beleggingsrendementen) hebben bijgedragen.
Vooraf staat niet vast hoeveel pensioen u na pensionering kunt krijgen uit uw pensioenvermogen. Dat is namelijk afhankelijk van bijvoorbeeld de (toekomstige) beleggingsrendementen en het niveau van de rente als u met pensioen gaat. Dat rendement hangt af van uw leeftijd. Bent u nog jong, dan wordt meer in aandelen belegd en dan zal uw pensioenvermogen sterker bewegen dan wanneer u ouder bent en we voorzichtiger beleggen voor u.
Uw pensioen gaat ook na ingang meer dan nu meebewegen op de golven van de economie. Dit betekent dat uw pensioen na ingang sneller verhoogd kan worden als het economisch meezit, maar ook verlaagd kan worden als het tegenzit. We proberen een daling van de pensioenuitkeringen zoveel mogelijk te voorkomen.
Voor wat betreft de verhoging van uw pensioen: in het huidige pensioenstelsel gaat dat altijd via indexatie. In het nieuwe pensioenstelsel is geen sprake meer van indexatie van uw pensioen zoals we dat nu kennen. Of uw pensioen omhooggaat, is afhankelijk van de hoogte van uw persoonlijk pensioenvermogen (oftewel: wat er in uw pensioenpot zit). Overigens is naast het beleggingsrendement ook het projectierendement van invloed op de jaarlijkse aanpassingen van de uitkering. Meer informatie over het projectierendement vindt u op de pagina vraag en antwoord onder de vraag: "Is de rekenrente in het nieuwe pensioenstelsel helemaal niet meer van belang?"
Dat klopt, u heeft straks een persoonlijk pensioenvermogen dat wordt belegd. De waarde van uw pensioenvermogen beweegt door de tijd. U kunt steeds zien hoe hoog uw pensioenvermogen op enig moment is. En u ziet welke ontwikkelingen daaraan in positieve zin (bijvoorbeeld premie en positieve beleggingsrendementen) of negatieve zin (bijvoorbeeld ontvangen uitkeringen en negatieve beleggingsrendementen) hebben bijgedragen.
Vooraf staat niet vast hoeveel pensioen u na pensionering kunt krijgen uit uw pensioenvermogen. Dat is namelijk afhankelijk van bijvoorbeeld de (toekomstige) beleggingsrendementen en het niveau van de rente als u met pensioen gaat. Dat rendement hangt af van uw leeftijd. Bent u nog jong, dan wordt meer in aandelen belegd en dan zal uw pensioenvermogen sterker bewegen dan wanneer u ouder bent en we voorzichtiger beleggen voor u.
Uw pensioen gaat ook na ingang meer dan nu meebewegen op de golven van de economie. Dit betekent dat uw pensioen na ingang sneller verhoogd kan worden als het economisch meezit, maar ook verlaagd kan worden als het tegenzit. We proberen een daling van de pensioenuitkeringen zoveel mogelijk te voorkomen.
Voor wat betreft de verhoging van uw pensioen: in het huidige pensioenstelsel gaat dat altijd via indexatie. In het nieuwe pensioenstelsel is geen sprake meer van indexatie van uw pensioen zoals we dat nu kennen. Of uw pensioen omhooggaat, is afhankelijk van de hoogte van uw persoonlijk pensioenvermogen (oftewel: wat er in uw pensioenpot zit). Overigens is naast het beleggingsrendement ook het projectierendement van invloed op de jaarlijkse aanpassingen van de uitkering. Meer informatie over het projectierendement vindt u op de pagina vraag en antwoord onder de vraag: "Is de rekenrente in het nieuwe pensioenstelsel helemaal niet meer van belang?"
Philips Pensioenfonds heeft een goede financiële gezondheid met een actuele dekkingsgraad van ongeveer 122% (stand oktober 2024). Als we ervan uitgaan dat de dekkingsgraad tot het moment van overgang naar de nieuwe pensioenregeling niet meer dan 2-procentpunten daalt en wij besluiten de afspraken uit het transitieplan uit te voeren, kunnen we berekenen wat de afspraken in het transitieplan naar verwachting betekenen voor uw toekomstige pensioen.
Kortgezegd komt dat neer op het volgende:
- Direct na overgang is het pensioen voor alle deelnemers hoger dan in de huidige pensioenregeling.
- Ook over de gehele uitkeringsperiode bezien is het pensioen voor alle deelnemers naar verwachting hoger dan in de huidige pensioenregeling.
- De ingegane pensioenen zijn via de zogenoemde solidariteitsreserve in hoge mate beschermd tegen dalingen. Als het pensioen eerder omhoog is gegaan, is ook dit hogere pensioen in hoge mate beschermd tegen dalingen. Door de bescherming is de kans op een daling van het pensioen in de uitkeringsfase kleiner dan in de huidige pensioenregeling.
- Het pensioen stijgt, over een langere tijd gemeten, naar verwachting met gemiddeld 2% per jaar. Dit betekent dat het pensioen naar verwachting zijn koopkracht (grotendeels) behoudt.
Dit klinkt heel positief. Zijn er ook risico’s?
Ja, uiteraard. Ontwikkelingen op rente- en aandelenmarkten zijn onvoorspelbaar en beleggingsrendementen kunnen daarom tegenvallen. Ook de inflatie kan hoger zijn dan wij nu verwachten en dat holt op termijn de koopkracht van het pensioen uit. Deze risico’s bestaan ook in de huidige pensioenregeling. In de huidige pensioenregeling bent u tegen tegenvallende beleggingsresultaten beschermd door de buffer die het Pensioenfonds moet aanhouden. Hoe zit dat in de nieuwe pensioenregeling?
Risico’s voor pensioenontvangers
In de nieuwe pensioenregeling zijn de pensioenontvangers bij Philips Pensioenfonds beschermd tegen tegenvallende (beleggings)resultaten door de solidariteitsreserve. Deze reserve wordt bij de start van de nieuwe pensioenregeling gevuld vanuit de buffer van het Pensioenfonds en daarna door een beperkte inhouding op positieve (beleggings)resultaten van de pensioenontvangers en de andere deelnemers vanaf de leeftijd van 55 jaar. Uit de solidariteitsreserve kunt u een aanvulling op uw pensioen krijgen als uw pensioen (zonder reserve) verlaagd zou moeten worden. Voorwaarde hiervoor is dat er voldoende vermogen in de solidariteitsreserve zit.
Risico’s voor pensioenopbouwers en premievrije polishouders
De pensioenopbouwers en premievrije polishouders zijn voorafgaand aan pensionering niet beschermd door de solidariteitsreserve. In de nieuwe pensioenregeling is er geen financiële buffer meer. Daardoor hebben negatieve beleggingsrendementen ook direct een negatieve invloed op het persoonlijk pensioenvermogen en op het verwachte pensioen. Daar staat als voordeel tegenover, dat positieve beleggingsrendementen ook direct zorgen voor een stijging van het verwachte pensioen. Dit terwijl in het huidige stelsel bij positieve beleggingsrendementen in beginsel alleen de buffer en daarmee de dekkingsgraad toeneemt. Het (verwachte) pensioen neemt onder de huidige regels alleen toe wanneer de pensioenen verhoogd kunnen worden door (inhaal)indexatie.
In het transitieplan van sociale partners is een pensioendoelstelling opgenomen. Deze doelstelling luidt: ten minste 70% van de gemiddelde geïndexeerde pensioengrondslag op de pensioenrichtleeftijd, met een kans van ten minste 50% .Deze doelstelling geldt voor een 25-jarige die zijn gehele werkzame leven pensioen opbouwt in de nieuwe pensioenregeling. Dit betekent dat het pensioen naar verwachting gemiddeld genomen redelijk vergelijkbaar zal zijn met dat in de huidige pensioenregeling.
Bij het afsluiten van een hypotheek vraagt uw financieel adviseur om gegevens over uw inkomen, nu en in de toekomst. In uw pensioeninformatie ziet u naast de hoogte van uw persoonlijk pensioenvermogen ook uw toekomstige inkomen in verschillende scenario’s. Die informatie zal uw financieel adviseur gebruiken om u te adviseren over het hypotheekproduct dat het beste past bij uw situatie en hoeveel hypotheek u kunt nemen.
In de nieuwe pensioenregeling zijn de pensioenontvangers bij Philips Pensioenfonds beschermd tegen tegenvallende (beleggings)resultaten door de solidariteitsreserve. Deze reserve wordt bij de start van de nieuwe pensioenregeling gevuld vanuit de buffer van het Pensioenfonds en daarna door een beperkte inhouding op positieve (beleggings)resultaten van de pensioenontvangers en de andere deelnemers vanaf de leeftijd van 55 jaar. Uit de solidariteitsreserve kunt u een aanvulling op uw pensioen krijgen als uw pensioen (zonder reserve) verlaagd zou moeten worden. Voorwaarde hiervoor is dat er voldoende vermogen in de solidariteitsreserve zit. Het betekent wel dat het deel van het fondsvermogen dat naar de reserve gaat, niet gebruikt kan worden om in de persoonlijke potjes van deelnemers op te nemen.
In het nieuwe stelsel ligt het beleggingsrisico bij de deelnemer. In de huidige regeling van Philips Pensioenfonds is dit feitelijk ook al zo. Maar in het nieuwe stelsel ziet u de beleggingsresultaten directer terug in uw pensioenpot of in de hoogte van uw uitkering. Uw pensioen gaat directer meebewegen met de economie. Daardoor heeft u kans op een hoger pensioen (bij positieve beleggingsrendementen) maar loopt u ook het risico van een lager pensioen (bij tegenvallende beleggingsrendementen). Uw pensioen wordt dus minder zeker. Overigens zijn de pensioenontvangers bij Philips Pensioenfonds beschermd tegen tegenvallende (beleggings)resultaten door de solidariteitsreserve. Deze reserve wordt bij de start van de nieuwe pensioenregeling gevuld vanuit de buffer van het Pensioenfonds en daarna door een beperkte inhouding op positieve (beleggings)resultaten van de pensioenontvangers en de andere deelnemers vanaf de leeftijd van 55 jaar. Uit de solidariteitsreserve kunt u een aanvulling op uw pensioen krijgen als uw pensioen (zonder reserve) verlaagd zou moeten worden. Voorwaarde hiervoor is dat er voldoende vermogen in de solidariteitsreserve zit. De stabiliteit van de uitkeringen wordt bovendien vergroot door de financiële resultaten voor deelnemers die een uitkering ontvangen (zowel positief als negatief) over 3 jaar te spreiden.
Nee, u krijgt pensioen zolang u leeft. U hoeft zich geen zorgen te maken dat er geen geld meer is voor uw pensioen.
Op de pensioendatum wordt het jaarlijkse pensioen vastgesteld mede op basis van de levensverwachting. Dat betreft dan het jaarlijkse pensioen dat een deelnemer krijgt uit het eigen pensioenvermogen. U zou dan kunnen denken dat het pensioenpotje leeg is zodra een deelnemer die levensverwachting heeft bereikt. Als een deelnemer ouder wordt dan van tevoren werd verwacht, zou deze deelnemer vanaf dat moment geen pensioen meer ontvangen. Dat is uiteraard niet de bedoeling.
In de Wet toekomst pensioenen is vastgelegd dat dit zogenoemde langlevenrisico moet zijn gedekt. Op die manier is er ook pensioeninkomen als men ouder wordt dan verwacht. Het nog aanwezige persoonlijk pensioenvermogen van deelnemers die juist eerder overlijden dan verwacht, wordt verdeeld over de deelnemers die langer leven dan verwacht. De aanvulling van het pensioenvermogen naarmate u ouder wordt, gebeurt dus jaarlijks en geleidelijk en niet pas vanaf het moment dat u ouder bent geworden dan verwacht.
Dat wil overigens niet zeggen dat een deelnemer helemaal geen langlevenrisico loopt. Als er minder deelnemers overlijden dan verwacht, komt er minder pensioenvermogen beschikbaar dan nodig voor aanvulling van het pensioenvermogen van deelnemers die langer leven. Dit effect is bij ons Fonds relatief beperkt, omdat het aantal deelnemers dat jaarlijks overlijdt, vrij stabiel is vanwege onze omvang. Tot slot is het zo dat indien er niet minder, maar meer deelnemers overlijden dan verwacht, er juist meer pensioenvermogen beschikbaar is voor de aanvulling van het pensioenvermogen van de deelnemers die langer leven.
In algemene zin maakt het geen verschil of u net voor of net na transitie met (vroeg)pensioen gaat. Aangezien sociale partners (werkgever en werknemersorganisaties) het Fonds hebben verzocht om gebruik te maken van de mogelijkheid van invaren, zullen de nieuwe pensioenregels ook gelden voor het reeds opgebouwde pensioen én het pensioen dat al is ingegaan vóór overgang naar de nieuwe pensioenregeling.
Eerder met pensioen gaan, betekent wel dat u geen recht heeft op de compensatieregeling . Hiervoor geldt het volgende: het afschaffen van de doorsneesystematiek heeft alleen betrekking op de toekomstige pensioenopbouw. Als u vóór de transitie uit dienst of met pensioen gaat, is er geen toekomstige opbouw meer en dus bij ons Pensioenfonds ook geen nadeel meer van het afschaffen van de doorsneesystematiek. Er bestaat in dat geval ook geen recht op compensatie. Als deelnemer doet u er verstandig aan om de compensatie mee te wegen in het besluit over het kiezen van uw pensioenleeftijd of uitdiensttredingsdatum. De compensatie krijgt u namelijk alleen als u op het transitiemoment pensioen opbouwt bij Philips Pensioenfonds. Dit geldt ook als uw pensioenopbouw bij ons wordt voortgezet vanwege arbeidsongeschiktheid.
Gerelateerde informatie
Is onderstaande informatie voor u misschien ook interessant?

Persoonlijk pensioenvermogen
In de nieuwe pensioenregeling krijgt u een persoonlijk pensioenvermogen. Dit vermogen bestaat uit ingelegde
premie van u en uw werkgever en uit beleggingsresultaat.

Beleggen van pensioenvermogen
Uw persoonlijk pensioenvermogen wordt belegd, samen met de pensioenvermogens van andere deelnemers. In de nieuwe pensioenregeling doen we dit volgens een leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid.
Lees meer