Zorg voor uw partner na uw overlijden | Arbeidsongeschiktheid en de nieuwe regeling | Vragen en antwoorden
U bent net als Brigitte tussen 60 en 68 jaar en bouwt pensioen op bij ons:
- Opgebouwd blijft opgebouwd: het pensioen dat Brigitte tot het moment van overgang naar de nieuwe pensioenregeling heeft opgebouwd, blijft behouden. De waarde van dit opgebouwde pensioen is haar persoonlijk pensioenvermogen bij de start in de nieuwe regeling. Als Philips Pensioenfonds op dat moment financieel gezond is, krijgt ze ook een deel van de financiële buffer van het Pensioenfonds als extra persoonlijk pensioenvermogen. Het te verwachten pensioen is in dat geval direct iets hoger.
- Beperkte schommelingen: omdat Brigitte bijna met pensioen gaat, is het beleggingsrisico al voor een groot deel afgebouwd. Zodra Brigitte 65 jaar wordt, volgt zij hetzelfde beleggingsbeleid als de pensioenontvangers. Haar pensioen beweegt nog mee met de economie, maar grote schommelingen worden zoveel mogelijk voorkomen. Als er een positief beleggingsrendement wordt behaald, gaat een stukje daarvan naar de solidariteitsreserve. Zij kan op korte termijn profiteren van deze gezamenlijke reserve zodra ze met pensioen is en het economisch tegenzit.
- Compensatie bij de overgang: de nieuwe manier van pensioen opbouwen, kan een nadeel betekenen voor deelnemers als Brigitte. Omdat Brigitte niet meer zo lang pensioen opbouwt in de nieuwe regeling, is dat nadeel minder groot dan voor haar jongere collega’s. Bij overgang krijgt Brigitte als compensatie eenmalig een extra bedrag toegevoegd aan haar persoonlijk pensioenvermogen. Belangrijk is dat de compensatie vervalt als zij ervoor kiest om vóór 1 januari 2027 met pensioen te gaan.
- Eigen keuzes maken: Brigitte kan zelf geen keuzes maken over hoe haar pensioengeld wordt belegd. Wel kan zij zelf 4% extra pensioenpremie inleggen. Ook kunnen pensioenopbouwers die een inkomen hebben dat hoger is dan € 87.500 ervoor kiezen om (tijdelijk) zelf minder premie in te leggen voor pensioen over het salaris boven dit niveau. Dat betekent een hoger inkomen nu, maar straks een lager pensioen. Omdat Brigitte kort voor haar pensionering zit, is de invloed van deze keuzes op haar pensioen beperkt. Brigitte doet er goed aan om al een keer naar de Pensioenplanner te gaan en na te denken over keuzes die zij zelf op haar pensioendatum kan maken.

Zorg voor uw partner na uw overlijden
- Ook in de nieuwe pensioenregeling krijgen uw partner en kinderen een pensioen van Philips Pensioenfonds als u komt te overlijden.
- In de nieuwe pensioenregeling is zolang u pensioen bij ons opbouwt voor uw partner een levenslang nabestaandenpensioen geregeld van 35% van uw pensioengevend salaris en voor uw kinderen een wezenpensioen van 10% van uw pensioengevend salaris, tot de 25-jarige leeftijd van uw kind. Dit noemen we de ‘risicodekking’.
- Het nabestaanden- en wezenpensioen dat u op 1 januari 2027 heeft opgebouwd, blijft bestaan. Dit ontvangen uw partner en kinderen aanvullend op de risicodekking als u voor uw pensioendatum overlijdt.
- Gaat u uit dienst? Dan blijft u automatisch nog 3 maanden verzekerd (of langer als er sprake is van een WW- of ZW-uitkering). Daarna kunt u de risicodekking vrijwillig voortzetten zolang u (nog) geen nieuwe werkgever heeft.
- Gaat u met pensioen? Dan kiest u zelf hoeveel nabestaandenpensioen u wilt voor uw (eventuele) partner en kinderen als u overlijdt na uw pensionering. Dit wordt gefinancierd uit uw persoonlijk pensioenvermogen.
Arbeidsongeschiktheid en de nieuwe pensioenregeling
- Als u door arbeidsongeschiktheid niet meer kunt werken, dan wordt de inleg van de pensioenpremie voortgezet door Philips Pensioenfonds. Ook is er net als nu een arbeidsongeschiktheidspensioen geregeld dat voorziet in een aanvulling op de WIA-uitkering tot 75% van het salaris (bij volledige arbeidsongeschiktheid).

Vragen & antwoorden
voor deelnemers tussen 60 en 68 jaar
Het korte antwoord daarop is: de nieuwe pensioenregels gaan gelden voor iedereen die in Nederland pensioen opbouwt of pensioen ontvangt. Het maakt dan niet uit of u vóór of ná de overgang met pensioen gaat. Hieronder lichten we dit toe.
‘Invaren’
De nieuwe regels gaan ervan uit dat alle pensioenen die nu zijn opgebouwd, dus ook van diegenen die al met pensioen zijn, onder de nieuwe regels gaan vallen. In pensioenjargon spreken we dan van ‘invaren’.
We nemen maatregelen om ervoor te zorgen dat schommelingen in uw pensioen van jaar tot jaar zoveel mogelijk worden beperkt. Op onze website www.philipspensioenfonds.nl/video hebben wij een uitlegvideo geplaatst waarin wordt ingegaan op de bewegingen in uw pensioen als de nieuwe pensioenregels gelden.
In het nieuwe pensioensysteem blijft het mogelijk om eerder of later met pensioen te gaan. Daarnaast zijn er vergelijkbare flexibiliseringsmogelijkheden, zoals een hoog-laagregeling. De Pensioenplanner wordt op het moment dat de nieuwe pensioenregeling ingaat opnieuw ingericht. Vanaf dat moment kunt u, net als nu, zelf berekeningen kunt maken voor uw pensioen.
De compensatie komt kortgezegd op het volgende neer:
- De compensatie geldt voor alle pensioenopbouwers (inclusief arbeidsongeschikte deelnemers die premievrije pensioenopbouw hebben) die op het transitiemoment (1 januari 2027) tussen de 40 en 68 jaar oud zijn.
- Deze deelnemers krijgen op het moment van overgang naar de nieuwe pensioenregeling eenmalig een extra bedrag toegevoegd aan hun persoonlijk pensioenvermogen. Hierdoor krijgen zij vanaf de pensioenleeftijd een hoger pensioen dan zonder de compensatie het geval zou zijn geweest.
- De compensatie wordt volledig betaald uit het pensioenvermogen van Philips Pensioenfonds indien dekkingsgraad op het moment van overgang 106% of hoger is. Is de dekkingsgraad lager? Dan kan de compensatie niet volledig uit het fondsvermogen worden betaald en zal de compensatie geheel of gedeeltelijk uit de premie betaald moeten worden.
- De compensatieregeling zorgt ervoor dat de transitie-effecten voor de 40- tot 68-jarige pensioenopbouwers vergelijkbaar zijn met die van andere leeftijdsgroepen. De compensatieregeling draagt dan ook bij aan een evenwichtige transitie voor alle deelnemersgroepen.
Hoeveel compensatie u precies krijgt, kunnen we pas berekenen op het moment dat we overgaan naar de nieuwe pensioenregeling. U krijgt eind 2026 informatie van ons die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. In het transitieplan is wel al een grafiek opgenomen waarmee u een indicatie kunt krijgen van het compensatiebedrag. Er is echter nog geen zekerheid dat we de compensatieregeling kunnen uitvoeren zoals opgenomen in het transitieplan. Dit komt omdat de toezichthouder DNB nog akkoord moet gaan met de afgesproken regeling (zie vraag ‘Staat de compensatieregeling al vast?’).
In het transitieplan van sociale partners is vastgelegd hoe de compensatieregeling wordt vormgegeven. Het Algemeen Bestuur van Philips Pensioenfonds heeft de compensatieregeling beoordeeld en is met de sociale partners van mening dat deze bijdraagt aan een evenwichtige transitie. Toch staat de compensatieregeling nog niet helemaal vast. Uiteindelijk moet onze toezichthouder De Nederlandsche Bank goedkeuring verlenen voor het omzetten van de reeds opgebouwde pensioenen naar de nieuwe pensioenregeling. De compensatieregeling maakt onderdeel uit van de afspraken die zijn gemaakt om die omzetting op een evenwichtige wijze vorm te geven. De toezichthouder beoordeelt aan de hand van een grote hoeveelheid in te dienen stukken, waaronder het implementatieplan en het zogenoemde invaarsjabloon, of de genoemde goedkeuring verleend kan worden. Het beoordelen van al deze stukken, dat in de praktijk ‘het beoordelen van het invaarverzoek’ wordt genoemd, is een arbeidsintensief proces. Daarom houden wij er rekening mee dat we pas in 2026 weten of de toezichthouder akkoord gaat. Pas als de toezichthouder goedkeuring heeft gegeven, weten we of de compensatieregeling uitgevoerd kan worden zoals nu is beoogd.
Gaat u vervroegd met pensioen vóór de overgang naar de nieuwe pensioenregeling op 1 januari 2027? Dan krijgt u geen compensatie. De compensatie is immers bedoeld om een toekomstig nadeel in de opbouw van pensioen in de nieuwe pensioenregeling bij Philips Pensioenfonds te compenseren. Als u met pensioen gaat, bouwt u geen pensioen meer bij ons op. Dat de manier van pensioen opbouwen verandert, heeft dan ook geen nadelige gevolgen voor uw pensioen bij Philips Pensioenfonds.
Overweegt u om omstreeks 1 januari 2027 met vervroegd pensioen te gaan? Dan kan het voor u voordelig zijn om te kiezen voor pensionering na 1 januari 2027. U heeft dan immers recht op compensatie. De hoogte daarvan is onder meer afhankelijk van uw leeftijd op het moment van overgang naar de nieuwe pensioenregeling. Het is daarom verstandig om u hierover goed te laten informeren voordat u uw pensioendatum kiest. Neem hiervoor contact op met onze Klantenservice.
Dat klopt, u heeft straks een persoonlijk pensioenvermogen dat wordt belegd. De waarde van uw pensioenvermogen beweegt door de tijd. U kunt steeds zien hoe hoog uw pensioenvermogen op enig moment is. En u ziet welke ontwikkelingen daaraan in positieve zin (bijvoorbeeld premie en positieve beleggingsrendementen) of negatieve zin (bijvoorbeeld ontvangen uitkeringen en negatieve beleggingsrendementen) hebben bijgedragen.
Vooraf staat niet vast hoeveel pensioen u na pensionering kunt krijgen uit uw pensioenvermogen. Dat is namelijk afhankelijk van bijvoorbeeld de (toekomstige) beleggingsrendementen en het niveau van de rente als u met pensioen gaat. Dat rendement hangt af van uw leeftijd. Bent u nog jong, dan wordt meer in aandelen belegd en dan zal uw pensioenvermogen sterker bewegen dan wanneer u ouder bent en we voorzichtiger beleggen voor u.
Uw pensioen gaat ook na ingang meer dan nu meebewegen op de golven van de economie. Dit betekent dat uw pensioen na ingang sneller verhoogd kan worden als het economisch meezit, maar ook verlaagd kan worden als het tegenzit. We proberen een daling van de pensioenuitkeringen zoveel mogelijk te voorkomen.
Voor wat betreft de verhoging van uw pensioen: in het huidige pensioenstelsel gaat dat altijd via indexatie. In het nieuwe pensioenstelsel is geen sprake meer van indexatie van uw pensioen zoals we dat nu kennen. Of uw pensioen omhooggaat, is afhankelijk van de hoogte van uw persoonlijk pensioenvermogen (oftewel: wat er in uw pensioenpot zit). Overigens is naast het beleggingsrendement ook het projectierendement van invloed op de jaarlijkse aanpassingen van de uitkering. Meer informatie over het projectierendement vindt u op de pagina vraag en antwoord onder de vraag: "Is de rekenrente in het nieuwe pensioenstelsel helemaal niet meer van belang?"
Gerelateerde informatie
Is onderstaande informatie voor u misschien ook interessant?

Nieuwe regels voor pensioen
Op deze centrale pagina vindt u meer informatie over de regeling en wat u de komende tijd kunt verwachten.
Nieuwe pensioenregels
Meer weten over nabestaandenpensioen?
Bekijk onze vragen en antwoorden nabestaandenpensioen.
Naar Q&A