Quiz nieuwe regels voor pensioen

Gecontroleerd op:

In nieuwsbrief Gener@ties hebben wij u een aantal stellingen voorgelgd over de nieuwe pensioenregels. Op deze pagina vindt u de antwoorden en meer informatie over deze onderwerpen. 

1. Beleggingskeuzes

Stelling: ik kan straks zelf beleggingskeuzes maken. Deze stelling is niet waar. 

Meer informatie

2. Meebewegen

Stelling: als ik straks pensioen ontvang, kan mijn pensioen maandelijks omhoog of omlaag gaan. Deze stelling is niet waar. 

Meer informatie

3. Pensioenpot

Stelling: hoe oud ik ook word, mijn pensioenpot kan nooit leegraken. Deze stelling is waar.

Meer informatie

Nieuwe pensioenregels

De nieuwe pensioenregeling gaat voor deelnemers van Philips Pensioenfonds naar verwachting gelden vanaf halverwege 2026.  Op deze centrale pagina vindt u meer informatie. 

Meer informatie

1. Beleggingskeuzes

Waarom kan ik straks zelf geen beleggingskeuzes maken, ik dacht dat de nieuwe pensioenregeling individueler werd?

De reden dat u straks zelf geen beleggingskeuzes kunt maken, is de keuze van sociale partners voor de solidaire premieregeling. De solidaire premieregeling staat eigen beleggingskeuzes niet toe. Als de keuze op de andere variant, de flexibele premieregeling, was gevallen, had u wel binnen bepaalde grenzen wel zelf beleggingskeuzes kunnen maken.

In de nieuwe regeling krijgt u een eigen pensioenvermogen (ookwel pensioenpot). Dit vermogen wordt, net als onder de huidige regeling collectief belegd. Dat wil zeggen: het totale pensioenkapitaal van alle deelnemers wordt gezamenlijk door het pensioenfonds belegd. 

Voor deelnemers die pensioen opbouwen en polishouders wordt een leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid toegepast. Dit betekent dat voor jongeren meer risico wordt genomen, omdat zij nog een langere tijd hebben voor het opbouwen van pensioen. Hoe dichter u bij uw pensioenleeftijd komt, hoe minder risico er wordt genomen. Voor pensioenontvangers is er één beleggingsbeleid.

 

2. Gaat mijn pensioen maandelijks meebewegen?

Nee, uw pensioen gaat niet iedere maand veranderen. 

Uw pensioen wordt 1 maal per jaar aangepast. Wat wel iedere maand gaat meebewegen is uw persoonlijke pensioenpot. U bouwt straks een persoonlijk pensioenvermogen op dat wordt belegd. De waarde van uw pensioenvermogen beweegt door de tijd. U kunt steeds zien hoe hoog uw pensioenvermogen op enig moment is. En u ziet welke ontwikkelingen daaraan in positieve zin (bijvoorbeeld premie en positieve beleggingsrendementen) of negatieve zin (bijvoorbeeld ontvangen uitkeringen en negatieve beleggingsrendementen) hebben bijgedragen. 

Vooraf staat niet vast hoeveel pensioen u na pensionering kunt krijgen uit uw pensioenvermogen. Dat is namelijk afhankelijk van bijvoorbeeld de (toekomstige) beleggingsrendementen en het niveau van de rente als u met pensioen gaat. Dat rendement hangt af van uw leeftijd. Bent u nog jong, dan wordt meer in aandelen belegd en dan zal uw pensioenvermogen sterker bewegen dan wanneer u ouder bent en we voorzichtiger beleggen voor u.

Uw pensioen gaat ook na ingang meer dan nu meebewegen op de golven van de economie. Dit betekent dat uw pensioen na ingang sneller verhoogd kan worden als het economisch meezit, maar ook verlaagd kan worden als het tegenzit. We zullen proberen om een daling van de pensioenuitkeringen zoveel mogelijk te voorkomen. 

Voor wat betreft de verhoging van uw pensioen: in het huidige pensioenstelsel gaat dat altijd via indexatie. In het nieuwe pensioenstelsel is geen sprake meer van indexatie van uw pensioen zoals we dat nu kennen. Of uw pensioen omhoog gaat, is afhankelijk van de hoogte van uw persoonlijk pensioenvermogen (oftewel: wat er in uw pensioenpot zit). Overigens is naast het beleggingsrendement ook het projectierendement van invloed op de jaarlijkse aanpassingen van de uitkering. 

In deze video geeft Directeur Beleggingen Anita Joosten meer uitleg over dit onderwerp.

3. Pensioenpot

Uw pensioenpot kan niet leegraken.

U krijgt pensioen zolang u leeft. U hoeft zich geen zorgen te maken dat er geen geld meer is voor uw pensioen. Op de pensioendatum wordt het jaarlijkse pensioen vastgesteld mede op basis van de levensverwachting. Dat betreft dan het jaarlijkse pensioen dat een deelnemer krijgt uit het eigen pensioenvermogen. Je zou dan kunnen denken dat het pensioenpotje leeg is zodra een deelnemer die levensverwachting heeft bereikt. Als een deelnemer ouder wordt dan van tevoren werd verwacht, zou deze deelnemer vanaf dat moment geen pensioen meer ontvangen. Dat is uiteraard niet de bedoeling.

In de Wet toekomst pensioenen is vastgelegd dat dit zogenoemde langlevenrisico moet zijn gedekt. Op die manier is er ook pensioeninkomen als men ouder wordt dan verwacht. Het nog aanwezige pensioenvermogen van deelnemers die juist eerder overlijden dan verwacht, wordt verdeeld over de deelnemers die langer leven dan verwacht. De aanvulling van het pensioenvermogen naarmate u ouder wordt, gebeurt dus jaarlijks en geleidelijk en niet pas vanaf het moment dat u ouder bent geworden dan verwacht.

Dat wil overigens niet zeggen dat een deelnemer helemaal geen langlevenrisico loopt. Als er minder deelnemers overlijden dan verwacht, komt er minder kapitaal beschikbaar dan nodig voor aanvulling van het pensioenvermogen van deelnemers die langer leven. Daar staat tegenover dat het pensioenvermogen meer dan nodig aangevuld wordt als er meer deelnemers overlijden dan verwacht. Dit effect is echter veel minder dan het beleggingsrisico dat een deelnemer loopt. Bovendien is het effect bij ons Fonds sowieso relatief beperkt, omdat het aantal deelnemers dat jaarlijks overlijdt vrij stabiel is vanwege onze omvang. 

In deze video geeft Directeur Pensioenen Mike Pernot meer uitleg over dit onderwerp.