Zorg voor uw partner na uw overlijden | Vragen en antwoorden
U ontvangt net als Hans pensioen van Philips Pensioenfonds, dit kan zijn ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen:
Voor deelnemers die arbeidsongeschiktheidspensioen ontvangen, is het blokje ‘Kleine veranderingen, meer bescherming’ van belang.
- Pensioen zolang Hans leeft: Hans blijft gewoon pensioen ontvangen, zolang hij leeft. De waarde van zijn huidige pensioen wordt omgezet naar een persoonlijk pensioenvermogen in de nieuwe pensioenregeling. Als Philips Pensioenfonds op dat moment financieel gezond is, krijgt hij ook een deel van de financiële buffer van het Pensioenfonds als extra persoonlijk pensioenvermogen. In dat geval is zijn pensioen vanaf 1 janauri 2027 direct zo’n 5 tot 8% hoger.
- Kleine veranderingen, meer bescherming: in het nieuwe stelsel kan het pensioen meer meebewegen met de economie. Dat betekent: bij goede resultaten stijgt het pensioen, in slechtere tijden kán het dalen. Dalingen worden grotendeels voorkomen door de beleggingsresultaten te spreiden over een periode van drie jaar. Zo ziet Hans een positief of negatief beleggingsresultaat niet direct terug in zijn pensioen, maar gespreid over meerdere jaren. Dit zorgt voor een stabieler pensioen. Ook heeft Hans bescherming via de solidariteitsreserve. Deze reserve wordt gebruikt om dalingen van zijn pensioen te voorkomen of te beperken bij negatieve (beleggings)resultaten. Als er een positief beleggingsrendement wordt behaald, draagt hij zelf ook een stukje rendement af aan deze solidariteitsreserve.
- Geen keuzes meer, wel zekerheid voor partner: Hans hoeft geen keuzes meer te maken; alles is voor hem geregeld. Voor deelnemers als Hans die ouderdomspensioen ontvangen en die een partner hebben, blijft de verhouding tussen het nabestaanden- en het ouderdomspensioen voor de partner hetzelfde als in de huidige regeling.

Zorg voor uw partner na uw overlijden
Heeft u bij pensionering gekozen voor een nabestaandenpensioen? Dan krijgen uw partner en kinderen ook in de nieuwe pensioenregeling een pensioen van Philips Pensioenfonds als u komt te overlijden. U behoudt namelijk hetzelfde pensioen voor uw partner als nu. Het nabestaandenpensioen is meestal zo’n 70% van uw ouderdomspensioen, maar het kan ook hoger of lager zijn.

Vragen & antwoorden
voor deelnemers die pensioen ontvangen
Nee, u krijgt pensioen zolang u leeft. U hoeft zich geen zorgen te maken dat er geen geld meer is voor uw pensioen.
Op de pensioendatum wordt het jaarlijkse pensioen vastgesteld mede op basis van de levensverwachting. Dat betreft dan het jaarlijkse pensioen dat een deelnemer krijgt uit het eigen pensioenvermogen. U zou dan kunnen denken dat het pensioenpotje leeg is zodra een deelnemer die levensverwachting heeft bereikt. Als een deelnemer ouder wordt dan van tevoren werd verwacht, zou deze deelnemer vanaf dat moment geen pensioen meer ontvangen. Dat is uiteraard niet de bedoeling.
In de Wet toekomst pensioenen is vastgelegd dat dit zogenoemde langlevenrisico moet zijn gedekt. Op die manier is er ook pensioeninkomen als men ouder wordt dan verwacht. Het nog aanwezige persoonlijk pensioenvermogen van deelnemers die juist eerder overlijden dan verwacht, wordt verdeeld over de deelnemers die langer leven dan verwacht. De aanvulling van het pensioenvermogen naarmate u ouder wordt, gebeurt dus jaarlijks en geleidelijk en niet pas vanaf het moment dat u ouder bent geworden dan verwacht.
Dat wil overigens niet zeggen dat een deelnemer helemaal geen langlevenrisico loopt. Als er minder deelnemers overlijden dan verwacht, komt er minder pensioenvermogen beschikbaar dan nodig voor aanvulling van het pensioenvermogen van deelnemers die langer leven. Dit effect is bij ons Fonds relatief beperkt, omdat het aantal deelnemers dat jaarlijks overlijdt, vrij stabiel is vanwege onze omvang. Tot slot is het zo dat indien er niet minder, maar meer deelnemers overlijden dan verwacht, er juist meer pensioenvermogen beschikbaar is voor de aanvulling van het pensioenvermogen van de deelnemers die langer leven.
De nieuwe regels gaan ervan uit dat alle pensioenen die nu zijn opgebouwd, dus ook van diegenen die al met pensioen zijn, onder de nieuwe regels gaan vallen. In pensioenjargon spreken we dan van ‘invaren’. Van de hoofdregel kan worden afgeweken, als dat voor bepaalde deelnemersgroepen tot een onevenredig nadeel zou leiden. Of er bij Philips Pensioenfonds sprake gaat zijn van invaren van de opgebouwde pensioenen, is nu nog niet duidelijk. Daarover vindt op een later moment besluitvorming plaats. Het besluit geldt in principe voor de in het huidige systeem opgebouwde pensioenen van alle deelnemers en het is niet mogelijk om zelf te kiezen om naar de nieuwe pensioenregels te gaan of om in het huidige systeem te blijven.
Als er wordt gekozen voor invaren, verwachten we dat bij Philips Pensioenfonds maatregelen zullen worden getroffen die tot doel hebben een verlaging in de uitkeringen van jaar op jaar zoveel mogelijk te beperken. Maar helemaal voorkomen van een daling kunnen we niet en ook kleine schommelingen in inkomen kunnen voor bepaalde groepen deelnemers bijzonder vervelend zijn.
Overigens bestaat de mogelijkheid dat deelnemers via een referendum alsnog invloed kunnen uitoefenen wat betreft het invaren van de opgebouwde pensioenen. Daarover wordt momenteel gesproken in de Tweede Kamer.
Dat klopt, u heeft straks een persoonlijk pensioenvermogen dat wordt belegd. De waarde van uw pensioenvermogen beweegt door de tijd. U kunt steeds zien hoe hoog uw pensioenvermogen op enig moment is. En u ziet welke ontwikkelingen daaraan in positieve zin (bijvoorbeeld premie en positieve beleggingsrendementen) of negatieve zin (bijvoorbeeld ontvangen uitkeringen en negatieve beleggingsrendementen) hebben bijgedragen.
Vooraf staat niet vast hoeveel pensioen u na pensionering kunt krijgen uit uw pensioenvermogen. Dat is namelijk afhankelijk van bijvoorbeeld de (toekomstige) beleggingsrendementen en het niveau van de rente als u met pensioen gaat. Dat rendement hangt af van uw leeftijd. Bent u nog jong, dan wordt meer in aandelen belegd en dan zal uw pensioenvermogen sterker bewegen dan wanneer u ouder bent en we voorzichtiger beleggen voor u.
Uw pensioen gaat ook na ingang meer dan nu meebewegen op de golven van de economie. Dit betekent dat uw pensioen na ingang sneller verhoogd kan worden als het economisch meezit, maar ook verlaagd kan worden als het tegenzit. We proberen een daling van de pensioenuitkeringen zoveel mogelijk te voorkomen.
Voor wat betreft de verhoging van uw pensioen: in het huidige pensioenstelsel gaat dat altijd via indexatie. In het nieuwe pensioenstelsel is geen sprake meer van indexatie van uw pensioen zoals we dat nu kennen. Of uw pensioen omhooggaat, is afhankelijk van de hoogte van uw persoonlijk pensioenvermogen (oftewel: wat er in uw pensioenpot zit). Overigens is naast het beleggingsrendement ook het projectierendement van invloed op de jaarlijkse aanpassingen van de uitkering. Meer informatie over het projectierendement vindt u op de pagina vraag en antwoord onder de vraag: "Is de rekenrente in het nieuwe pensioenstelsel helemaal niet meer van belang?"
In de nieuwe pensioenregeling zijn de pensioenontvangers bij Philips Pensioenfonds beschermd tegen tegenvallende (beleggings)resultaten door de solidariteitsreserve. Deze reserve wordt bij de start van de nieuwe pensioenregeling gevuld vanuit de buffer van het Pensioenfonds en daarna door een beperkte inhouding op positieve (beleggings)resultaten van de pensioenontvangers en de andere deelnemers vanaf de leeftijd van 55 jaar. Uit de solidariteitsreserve kunt u een aanvulling op uw pensioen krijgen als uw pensioen (zonder reserve) verlaagd zou moeten worden. Voorwaarde hiervoor is dat er voldoende vermogen in de solidariteitsreserve zit. Het betekent wel dat het deel van het fondsvermogen dat naar de reserve gaat, niet gebruikt kan worden om in de persoonlijke potjes van deelnemers op te nemen.
Gerelateerde informatie
Is onderstaande informatie voor u misschien ook interessant?

Nieuwe regels voor pensioen
Op deze centrale pagina vindt u meer informatie over de regeling en wat u de komende tijd kunt verwachten.
Nieuwe pensioenregels