Afspraken over nieuwe pensioenregeling zijn bekend

In het transitieplan staan niet alleen de afspraken over de nieuwe pensioenregeling, maar wordt ook aangegeven hoe wordt omgegaan met de opgebouwde pensioenen en hoe het vermogen van het Pensioenfonds naar het oordeel van de sociale partners zou moeten worden verdeeld. In het transitieplan leggen sociale partners daarnaast uit welke berekeningen en overwegingen ten grondslag liggen aan de door hen gemaakte keuzes. In het transitieplan worden onder meer de volgende vragen beantwoord: Wat gebeurt er met de opgebouwde pensioenen? Hoe worden de bestaande buffers verdeeld? Wat zijn voor de verschillende deelnemersgroepen de effecten van de overstap voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen? En waarom is de overstap naar de nieuwe pensioenregeling evenwichtig? 

Ook zijn afspraken vastgelegd over het compenseren van bepaalde groepen pensioenopbouwers voor het nadeel dat zij zouden hebben als zij zonder compensatie overgaan naar de nieuwe pensioenregeling. Dit heeft te maken met het feit dat in de nieuwe pensioenregeling sprake is van een andere premie-systematiek.

 

Wij moeten aan de hand van het definitieve transitieplan toetsen of de keuzes van sociale partners uitvoerbaar zijn. Naast de toets op uitvoerbaarheid beoordelen wij ook zaken als: kan de ambitie waargemaakt worden (is de premie die sociale partners hebben afgesproken voldoende om de ambitie waar te maken?), is het uitlegbaar (is de pensioenregeling te begrijpen voor deelnemers?) en is het evenwichtig (pakken de afspraken ‘evenwichtig’ uit voor de deelnemers van het Fonds?)?

Over dat laatste aspect: als Pensioenfonds zijn wij wettelijk verplicht om ‘evenwichtige’ besluiten te nemen. Wat dat precies betekent, zegt de wet niet. Wel is duidelijk dat er meestal meerdere besluiten mogelijk zijn, die allemaal evenwichtig kunnen zijn. Belangrijk is dat wij bij al onze besluiten in ieder geval zorgvuldig de gevolgen voor alle leeftijds- en deelnemersgroepen in kaart moeten brengen en de voor- en nadelen tegen elkaar moeten afwegen. Het Bestuur toetst de besluiten van sociale partners dus aan het criterium ‘evenwichtigheid’. In de praktijk hebben wij in de voorbereidingsfase al de nodige informatie met de sociale partners gedeeld. Zodat zij bij het nemen van de besluiten al wisten welke gevolgen deze zouden hebben voor de deelnemers. 

Wilt u precies weten hoe dit besluitvormingsproces verloopt? Daarover leest u meer in dit artikel.

Omdat pensioen een arbeidsvoorwaarde is, zijn in eerste instantie de sociale partners aan zet om de nieuwe pensioenregeling vorm te geven. De keuzes die sociale partners maken, hebben ook gevolgen voor pensioenontvangers en premievrije polishouders. Bijvoorbeeld als het gaat om de wijze waarop wordt omgegaan met de opgebouwde pensioenen en de contractkeuze. Zij zitten niet aan tafel, maar hun belangen moeten wel worden meegenomen in de afspraken die sociale partners maken. Wettelijk is namelijk bepaald dat de overgang naar de nieuwe pensioenregeling voor alle deelnemers ‘evenwichtig’ moet zijn. 

In de wet is geregeld dat de stem van de pensioenontvangers wordt meegenomen in het besluitvormingsproces van de sociale partners via het wettelijk ‘hoorrecht’ van een gepensioneerdenvereniging die een substantieel deel van de pensioengerechtigden vertegenwoordigt. De Federatie van Philips Verenigingen van Gepensioneerden (FPVG) voldoet bij de onderneming Philips aan deze voorwaarde. De FPVG is bij Philips* betrokken geweest bij het besluitvormingsproces en heeft namens de pensioenontvangers een oordeel gegeven over de afspraken in het (concept)transitieplan. In het transitieplan is dit oordeel opgenomen en hebben sociale partners aangegeven wat met de inbreng van de FPVG is gedaan. Die inbreng heeft op enkele punten tot aanpassing van het transitieplan geleid. 

* De werkgevers Signify, Versuni en Philips Pensioenfonds hebben geen afzonderlijk overleg gehad met de FPVG in het kader van het hoorrecht. Het is ook de vraag of dat nodig was, omdat allerminst zeker is dat de FPVG ook bij de werkgevers Signify, Versuni en Philips Pensioenfonds een gepensioneerdenvereniging is die voldoet aan de genoemde wettelijke voorwaarde en of er dus ook bij die werkgevers sprake is van een wettelijk hoorrecht van de FPVG. Wat daarvan ook zij, de FPVG heeft bij deze andere werkgevers geen beroep gedaan op het wettelijk hoorrecht. Verder gaan deze andere werkgevers ervan uit dat via het hoorrecht van de FPVG met Philips indirect rekening is gehouden met de belangen van de pensioenontvangers van deze werkgevers. Zij zijn immers allemaal pensioenontvangers van Philips Pensioenfonds en de afspraken in de transitieplannen van Signify, Versuni en Philips Pensioenfonds zijn op alle voor pensioenontvangers relevante punten identiek aan die in het transitieplan van Philips.

De solidaire premieregeling is door de wetgever ontwikkeld om een persoonlijker pensioen mogelijk te maken met voor elke deelnemer een persoonlijk pensioenvermogen en bescherming tegen eventuele financiële tegenvallers door middel van een gezamenlijke financiële reserve: de solidariteitsreserve. Wat dat voor uw persoonlijke pensioensituatie betekent, hoort u van ons kort vóór de overgang naar de nieuwe regeling, in het najaar van 2026. Voordat het zover is, vertellen wij u natuurlijk wel al meer over wat de nieuwe pensioenregeling in algemene zin financieel voor u gaat betekenen. Dit kan bijvoorbeeld door de gevolgen van de overgang naar de nieuwe regeling voor bepaalde deelnemersgroepen of maatmensen in kaart te brengen, uitgaande van een bepaalde dekkingsgraad van het Fonds op het moment van overgang. Voor de hoogte van de dekkingsgraad op het moment van overgang nemen we uiteraard wel altijd een voorbehoud op. Een voorbeeld van een publicatie waarin wij in algemene zin ingaan op de financiële gevolgen van de overgang naar de nieuwe pensioenregeling is het artikel ‘Wist-u-dat’ van onze december-editie van ons magazine Generaties.

U kunt uw vragen over de nieuwe pensioenregeling altijd aan ons stellen. Hier vindt u de contactgegevens van onze Klantenservice.