Verantwoorde keuzes
Philips Pensioenfonds maakt in het nieuwe beleid bewuste ‘verantwoorde’ keuzes. Bijvoorbeeld door vast te leggen in wat voor type bedrijven we niet willen beleggen. Maar ook door een deel van de portefeuille te beleggen in bedrijven die juist een positieve bijdrage kunnen leveren aan thema’s als ‘gezondheid en welzijn’ en ‘verantwoorde consumptie en productie’. Tot slot wordt gekeken of duurzaamheidsaspecten van invloed zijn op het risico en rendement van onze beleggingen.
Deze drie vormen van verantwoorde keuzes lichten we hieronder verder toe.
Uitsluitingslijst
Wilt u weten in welke ondernemingen en landen Philips Pensioenfonds niet wenst te beleggen?
Ga naar de uitsluitingslijst1. Uitsluiting
Philips Pensioenfonds heeft in het MVB-beleid vastgelegd waar het Fonds niet in wenst te beleggen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in ondernemingen en in landen.
Ondernemingen
Philips Pensioenfonds wenst niet te beleggen in bedrijven die zijn betrokken bij de productie van controversiële wapens. Dit zijn wapens die geen onderscheid maken tussen militaire en civiele doelen en vaak vele jaren na afloop van een conflict nog slachtoffers maken. De meeste van deze controversiële wapens zijn door middel van internationale wet- of regelgeving verboden of het gebruik hiervan ligt aan banden. De lijst van Philips Pensioenfonds betreft vijf typen wapens: Anti-persoons mijnen, Biologische wapens, Chemische wapens, Clusterwapens en Nucleaire wapens. Ook belegt het Fonds niet in bedrijven die tabaksproducten maken. Dat zijn bedrijven die omzet genereren uit de productie van bijvoorbeeld sigaretten. Ook worden bedrijven uitgesloten die een groot deel van de omzet halen uit vervuilende energiebronnen. Dat zijn bedrijven die meer dan 25% van de omzet genereren met activiteiten in olieteerzanden (extractie) en/of bruin- en steenkool (extractie en/of energieopwekking).
Ten slotte kan het Fonds besluiten niet te beleggen in ondernemingen die niet voldoen aan de internationale richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Philips Pensioenfonds hanteert daarvoor de Global Compact principes, de OESO-richtlijnen en de UNGP’s. Voordat een onderneming uitgesloten wordt, wordt eerst een dialoog (zie ‘zorg voor beleggingen’) met de betreffende onderneming gevoerd. Indien met deze dialoog niet het gewenste resultaat wordt bereikt, kan het Fonds besluiten om deze onderneming uit te sluiten op basis van schendingen van internationale richtlijnen. Het Fonds stelt jaarlijks een lijst van uitgesloten ondernemingen vast.
Landen
Daarnaast belegt het Fonds niet in staatsobligaties van landen waartegen substantiële internationale sancties zijn afgekondigd die het gehele land of personen treffen die deel uitmaken van de regering en landen die duidelijk achterblijven op ESG-gebied. Het Fonds stelt jaarlijks een lijst van uitgesloten landen (voor staatsobligaties) vast. Daarnaast worden bedrijven uitgesloten waar de overheden van deze uitgesloten landen het voor het zeggen hebben (staatsbedrijven).
2. Duurzame ontwikkelingsdoelen
Philips Pensioenfonds kiest ervoor om een deel van de portefeuille te beleggen in bedrijven die een positieve bijdrage leveren aan duurzame aspecten. Bijvoorbeeld door specifiek te beleggen in een bedrijf dat veel investeert in duurzame energiebronnen. En zo wordt de portefeuille met staatsobligaties voor een deel belegd in obligaties waarmee projecten gefinancierd worden die bijdragen aan duurzame ontwikkelingen. Het Fonds sluit hiermee aan bij vier duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals of SDG’s) van de Verenigde Naties. Deze zijn geselecteerd, omdat wij deze passend vinden bij Philips Pensioenfonds en er zijn rond deze thema’s goede beleggingsmogelijkheden.
Hieronder staan de vier doelen waarop Philips Pensioenfonds zich wil richten, met een verwijzing naar een bijbehorend artikel in ons Magazine Generaties. Daarin lichten we toe hoe we bij onze beleggingskeuzes rekening houden met de gekozen SDG's. Daarbij zijn specifieke voorbeelden en toepassingen van bedrijven en overheden die hieraan bijdragen.
- SDG 3. Goede gezondheid en welzijn – Generaties juni 2022
- SDG 11. Duurzame steden en gemeenschappen – Generaties december 2024
- SDG 12. Verantwoorde consumptie en productie – Generaties juni 2023
- SDG 13. Klimaatactie - Generaties juni 2024 en Generaties december 2024
Stapsgewijs inrichten van de portefeuille
Dit onderdeel van het MVB-beleid is niet van de ene op de andere dag te realiseren. Hiervoor is eerst onderzoek nodig. Hoe ga je bijvoorbeeld meten wat de bijdrage van een belegging is aan deze thema’s? En welke beleggers kunnen we hiervoor het beste inschakelen? Hoe houden we de uitvoering eenvoudig en de kosten acceptabel? We kiezen daarom voor een stapsgewijze invoering per beleggingscategorie.
De eerste grote stap is in december 2021 gezet door onze portefeuille met aandelen in ontwikkelde markten meer aan te laten sluiten bij de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s). In 2023 hebben we dit ook voor opkomende markten gedaan. De beleggingen in wereldwijde staatsobligaties van ontwikkelde markten zijn in 2024 in lijn gebracht met de SDG’s. Meer hierover leest u in Generaties juni 2021 en Generaties december 2024.
3. Risico en rendement
Duurzaamheidsaspecten (zoals milieu, sociale aspecten en governance) kunnen van invloed zijn op de risico’s van een belegging, zowel in positieve als negatieve zin. Bij beleggingskeuzes wordt steeds beoordeeld of het verwachte rendement in balans is met de risico’s die daar tegenover staan. Ook op die manier spelen duurzaamheidsaspecten een rol in ons beleid en de uitvoering daarvan.