Philips Pensioenfonds heeft recent een aanpassing doorgevoerd in de beleggingsportefeuille binnen het al langer bestaande beleid. Door deze aanpassing wordt de kans op een verhoging van uw pensioen door indexatie groter, terwijl er een beperkt extra risico tegenover staat. Deze aanpassing is doorgevoerd op basis van ons beleggingsbeleid dat gericht is op de lange termijn. Binnen dit beleggingsbeleid zijn verschillende beleggingsmixen mogelijk. Het beleid geeft ook richting over de aanpassingen van de beleggingsmix in verschillende situaties op financiële markten. Dit met het oog op onze belangrijkste doelstelling: ‘een goed pensioen’ voor alle deelnemers. Bij het nemen van het besluit tot aanpassing van de beleggingsmix is uitvoerig gesproken over de gevolgen van de coronacrisis. Het Bestuur heeft geconcludeerd dat het – ook nu – belangrijk is om vast te houden aan het beleid dat is gericht op de lange termijn, maar dat de aanpassing in de beleggingsmix wel vraagt om een voorzichtige aanpak in deze onzekere tijden.
Wij lichten graag toe hoe het strategisch beleggingsbeleid van het Fonds werkt, waarom nu aanpassingen zijn doorgevoerd, welke rol de coronacrisis heeft gespeeld in de besluitvorming, wat er is aangepast en wat dit voor u betekent.
Aanpassingen in beleggingsmix mogelijk
Het vermogen van Philips Pensioenfonds wordt belegd. De basis voor alle beleggingsbeslissingen is het strategisch beleggingsbeleid. Een beleggingsmix is de verdeling van het vermogen over verschillende beleggingscategorieën (zie kader). Binnen het beleggingsbeleid kan Philips Pensioenfonds de beleggingsmix aanpassen om ervoor te zorgen dat deze steeds goed is afgestemd op de (langetermijn)doelstelling van het Fonds: ‘een goed pensioen’ voor alle deelnemers. We doen dat alleen als daarvoor duidelijke indicaties zijn, bijvoorbeeld omdat de rente laag is of omdat aandelen echt duur of juist goedkoop zijn.
Beleggingscategorieën in de beleggingsportefeuille van Philips Pensioenfonds
- Vastrentende waarden: deze bestaan grotendeels uit relatief ‘veilige’ beleggingen. Denk hierbij aan staatsobligaties, kredietwaardige bedrijfsobligaties met een spreiding binnen en buiten Europa en hypotheken. Wij rekenen ook beleggingen in cash tot de ‘veilige’ vastrentende waarden. Binnen de categorie vastrentende waarden vallen ook beleggingen in hoogrenderende bedrijfsobligaties en staatsobligaties uit opkomende landen. Deze hebben een hoger verwacht rendement dan de relatief ‘veilige’ beleggingen in vastrentende waarden en zijn dus iets risicovoller.
- Zakelijke waarden: alle beleggingen behorende tot deze categorie zijn meer ‘risicovolle’ beleggingen. Met deze beleggingen wordt beoogd meer rendement te behalen. Denk hierbij met name aan de beleggingen in aandelen en onroerend goed.
Redenen voor verschuiving naar meer beleggingen met een hoger verwacht rendement
Op basis van het beleggingsbeleid is besloten meer beleggingen in de portefeuille op te nemen met een hoger verwacht rendement (en dus ook iets meer risico). Waarderingen van aandelen zijn momenteel relatief gunstig, de rente is laag en de economie is op een laag niveau. Bij deze omstandigheden is ons beleid om wat meer beleggingen met een hoger verwacht rendement aan te houden.
Vasthouden aan beleid blijft belangrijk, maar coronacrisis vraagt om zorgvuldige stappen
Het Bestuur heeft uiteraard nagedacht over de vraag of de coronacrisis aanleiding was om af te wijken van het beleid en de beleggingsmix niet aan te passen. Op basis van een uitgebreide afweging is besloten de aanpassing in de beleggingsmix door te zetten. Dit vanuit de overtuiging dat er geen reden is om af te wijken van het bestaande beleid en de beleggingsprincipes die daaraan ten grondslag liggen. Ook als dat betekent dat het Bestuur moeilijke beslissingen moet nemen en in onzekere tijden iets meer risico neemt. De crisis zorgt voor veel onzekerheid, maar biedt tegelijkertijd ook kansen om na sterke koersdalingen in te stappen. Het doorvoeren van een aanpassing in de beleggingsmix vraagt in tijden van crisis een extra voorzichtige aanpak. Er heerst immers veel onzekerheid. Daarom voert het Fonds deze wijzigingen niet in één keer uit, maar gespreid in de tijd. We kijken daarbij steeds naar de actuele ontwikkelingen.
Herbeleggen van cash en staatsobligaties met het oog op een hoger verwacht rendement
Hiervoor is uitgelegd dat het Fonds ervoor kiest om wat meer beleggingen met een hoger verwacht rendement (en dus ook iets meer risico) aan te houden. Daarvoor zijn twee aanpassingen doorgevoerd in onze beleggingsmix, namelijk:
- Afbouw van onze beleggingen in cash:
7,5% van het vermogen werd belegd in ‘cash’. We hebben de positie in cash teruggebracht naar 1%. De 6,5% van het vermogen die hierdoor vrijkomt, beleggen we in andere beleggingscategorieën waar Philips Pensioenfonds reeds in belegde: aandelen, hoogrenderende bedrijfsobligaties en staatsobligaties uit opkomende landen. Dit zijn beleggingscategorieën met een hoger verwacht rendement. - Een verschuiving binnen de meest veilige vastrentende waarden:
30% van het vermogen van Philips Pensioenfonds werd belegd in wereldwijde staatsobligaties. Dit is teruggebracht naar 25%. De 5% van het vermogen die hierdoor vrijkomt, herbeleggen we in andere beleggingscategorieën die eveneens behoren tot de relatief ‘veilige’ vastrentende waarden met een hoger verwacht rendement dan staatsobligaties. Dat zijn hypotheken en bedrijfsobligaties.
Grotere kans op indexatie van uw pensioen; risico op verlaging neemt beperkt toe
U vraagt zich misschien af wat u merkt van deze aanpassing. We kunnen dat niet met zekerheid zeggen, want uiteindelijk zijn beleggingsrendementen en ontwikkelingen op financiële markten door niemand te voorspellen. Dus ook wij kunnen geen garanties geven. Wat we wel kunnen, is doorrekenen wat een aanpassing naar verwachting betekent in termen van extra rendement (beschikbaar voor indexatie) en risico (de kans op een verlaging van pensioen).
De aanpassing levert over een langere periode naar verwachting gemiddeld circa € 50 miljoen meer rendement op per jaar, terwijl het extra risico beperkt en dus verantwoord is. Uiteraard verschilt dat van jaar tot jaar, afhankelijk van de ontwikkelingen op financiële markten. In vijf jaar is dat een substantieel bedrag (circa € 250 miljoen) dat gelijkstaat aan een indexatie van de pensioenen met 1,25%. Op korte termijn is de dekkingsgraad te laag om (volledige) indexatie toe te kunnen kennen. Het extra verwachte rendement van de aanpassing in de beleggingsmix komt daarom in eerste instantie ten goede aan het herstel van de dekkingsgraad. Dit herstel van de dekkingsgraad vergroot de kans op een indexatie van uw pensioen.
Het risico kunnen we weergeven door te kijken naar de kans dat uw pensioen in de komende paar jaar een keer verlaagd zou moeten worden als rendementen tegenvallen. Deze kans neemt beperkt toe met minder dan 1 procentpunt. Het Bestuur vond dit, gelet op het verwachte extra rendement en de verwachte extra indexatie van uw pensioen, een acceptabel risico, passend bij onze belangrijkste doelstelling ‘een goed pensioen’ voor alle deelnemers.